Schräawislihütte (1732m)
Hoogte: 1732m
Kaart: 1175 Vättis (wandelroute)
Max. Slaapplaatsen: 8
Startpunt: T2 Vättis-Gigerwaldsee-St. Martin-Tüfwald ca. 3.45h, vanaf Gigerwaldsee ca. 2.00h, vanaf St. Martin ca. 1.15h
Geopend: Mei-Oktober, wintermaanden volledig gesloten.
Website: https://sac-piz-sol.ch/sac-webapp/huetten
Vättis ligt aan de voet van de Haldensteiner Calanda. Het Calandagebergte vormt de scheidslijn tussen kanton Gräubunden en kanton St. Gallen. Richting het zuiden opent het dal zich via de Kunkelspass naar Tamins in de Bündnerbergen. Naar het westen gaat de rijbaan naar het wild romantische Calfeisental. Het hooggelegen Vättis heeft een aangenaam klimaat omdat het door de omringende bergen in de luwte ligt. Het kent weinig neerslag ten opzichte van ander bergdalen en heeft warme zomers met veel zonuren, daarentegen ook koude winters. In Vättis is een infocentrum over aardbevingen, het omvat een dia lezing en veel informatie rondom dit Aarmassief, ook wel Aaremassief genoemd, een geologisch gebied in de Zwitserse Alpen (zie infocentrum). Vättis heeft een rijke voorgeschiedenis, dit is te lezen op hun website: http://www.vaettis.ch/. Wij slaan rechtsaf het Calfeisen-dal in. Langs Berggasthaus Gigerwald aan de doorgaande weg bereiken we via tunnels en galerijen de stuwdam Gigerwald met daar achter de Gigerwaldsee. Indien de rijtijden langs de Gigerwaldsee in acht worden genomen kan er niets misgaan over de smalle rijbaan richting St. Martin. Elk vol uur tot 20 minuten over het volle uur is St. Martin te bereiken vanaf de stuwdam. De rijtijden staan er niet voor niets want op deze smalle rijbaan passeren een auto en een motorfiets elkaar niet laat staan twee auto’s. Let wel op want men kan er wel voetgangers tegenkomen, die dit prachtige gebied vanaf de stuwdam verkennen. Door smalle tunnels en galerijen bereiken we langs het stuwmeer St. Martin, het laatste bergdorp in het Calfeisen-dal, dat ligt “ingeklemd” tussen Ringelspitz en Brändlisberg. Van hieruit zijn er vele wandelmogelijkheden. St. Martin is van oudsher een Walser-nederzetting, die het Calfeisental met de Alp Sardona als leengoed ontvingen van het klooster Pfäfers. Rond 1312 werd de kerk in St. Martin gebouwd, het heeft nog een zichtbare knekelruimte naast de kerk. Sankt Martin bestaat momenteel uit zeven gebouwen, waaronder een restaurant en zelfs een kleine winkel, waar streekproducten en kleding (met logo Calfeisental) aan de man worden gebracht. In grote nagebouwde wijnvaten kan men slapen, genieten in een hotwhirlpool of relaxen in de sauna, alles is mogelijk in het bergdorp. Het dorp is van eind mei tot eind oktober geopend. Iets boven St. Martin op een hoogte van 1580m staat een van de dikste sparren in Zwitserland, een dikker exemplaar staat in het Göscheneralptal.
Wij blijven het stroomgebied van de Tamina volgen en wandelen vanaf St. Martin (1340m) gestaag bergopwaarts richting de Schräawislihütte. Het eerste gedeelte ging over veel losse stenen, waar provisorisch een wandelpad door was gemaakt. Bij navraag bleek dat er in het voorjaar een steenlawine naar beneden was gekomen. Het geruis van de Tamina zwakt af, hetgeen betekent dat we behoorlijk stijgen. Onder Tüfwald komen de Malanserbach en de Tamina samen. Even hebben we de rivier nog in zicht maar na Tüfwald (1530m) horen we het geruis van het water niet meer. Het uitzicht op de overzijde van de rivier is adembenemend, ook vanwege het mooie weer. Verscheidene bergbeken moeten worden overgestoken, de een gaat gemakkelijker dan de ander. Zo ook de Schräabach vlak voor de Schräawislihütte. Een brug is niet aanwezig zoals op de wandelkaart staat aangegeven dus is het even behelpen. Maar met wat handen- en voetenwerk klauteren we over de stenen en passeren we uiteindelijk de bergbeek. Na de bocht ligt de aluminiumbrug die normaal over het water ligt, deze hebben ze al weggenomen zo rond eind september i.v.m. de aankomende winter. Gelukkig is het de laatste dagen droog geweest, anders hadden we de bergbeek niet kunnen passeren. Rook komt er uit de schoorsteen, er zijn dus mensen aanwezig in de hut. Aangekomen bij de Schräawislihütte (1732m) bleek de eigenaar (voorheen huttenwacht) bij de berghut aanwezig te zijn. Ze maakten de hut winterklaar en hadden het druk zo te zien. De kleine kinderen speelden in een tent en kleurden wat bij de picknicktafel buiten. Het hout gestookte fornuis verklaarde de rook. Vriendelijk werd gevraagd of ze voor ons ook iets klaar moesten maken, waarvoor we bedankten want wij hadden onze lunch meegenomen, het was immers een onbemande hut dus zou er ook geen eten en drinken te verkrijgen zijn. Na het nuttigen van onze lunch kwam er nog een echtpaar bij ons zitten. We babbelden wat, waarna wij besloten via dezelfde wandelroute terug te gaan. Aangekomen bij St. Martin moesten we even wachten voor we verder konden rijden, elk half uur tot tien minuten voor het hele uur kan er vanaf de St. Martin zijde gereden worden. We kuierden nog wat door het dorp waarna we naar beneden reden en terug konden kijken op een mooie dag.
Een impressie van het wandelgebied naar de Schräawislihutte.