GRAUBÜNDEN

  • 01GraubundenWapen Graubunden
Graubünden, van oudsher het Graubünderland, is het meest oostelijkste en grootste kanton van Zwitserland. Het kanton Graubünden is ook het enige drietalige kanton, de drie officiële talen die er gesproken worden zijn: Duits, Italiaans en Reto-Romaans. Graubünden is door zijn ligging in de Alpen, vanuit Oostenrijk, Italië en Liechtenstein gemakkelijk te bereiken. Het is een divers gebied met vele mogelijkheden voor toeristen, zowel in de zomer als in de winter. Het bergachtige Graubünden heeft ook de meeste bergpassen en heeft daardoor een aantal belangrijke Europese-waterscheidingen. Bergpassen in Graubünden zijn o.a.: Lukmanierpass, St. Bernardinopass, Lenzerheidepass, Ofenpass, Flüelapass, Septimerpass, Berninapass, Julierpass, Malojapass, Albulapass, Livignopass, Splügenpass en de Umbrailpass. De bovenloop van de Rijn (voor- en achter-Rijn) mondt uit in de Noordzee, de Inn daarentegen mondt bij Passau uit in de Donau, en komt van Zwitserlands zuidelijkst gelegen Malojapass in Graubünden. De Malojapass vormt ook de waterscheiding tussen Inn en Ticino, waarbij deze laatste uitmondt in de Po die vervolgens dan uitmondt in de Adriatische zee. De Piz Bernina (4049 m) in het Berninamassief is de hoogste berg van Graubünden.  

  • 02GraubundenRhatische Bahn
De bekende Albulabahn en Berninabahn van een spoorwegbedrijf in Graubünden, de Rhätische Bahn (RhB), werd in 2008 door de UNESCO op de werelderfgoedlijst geplaatst. Het smalspoor van de Rhätische Bahn zetelt in Chur, de hoofdstad van kanton Graubünden. Het Rätisches Museum staat in het oude stadsdeel, vlakbij de stadtoren die toegang geeft naar het “Bischöflichen Hof”. In Graubünden zijn vele authentieke bergdorpen te vinden maar ook de bekende vakantieoorden zoals Arosa, St. Moritz en Davos liggen in het Grauwbünderland. Bovendien werd de schrijfster Johanna Spyri geïnspireerd door Graubünden. De roots van haar romans, over het alpen meisje “Heidi” liggen hier in Graubünden, Maienfeld om precies te zijn is het Heididorf in Graubünden. Deze omgeving van Graubünden staat ook bekend om zijn wijngaarden, kleinschaliger dan in het westen van Zwitserland zoals in kanton Vaud en –Wallis, maar toch weten wijnboeren hier op kleinschalige wijngaarden hun wijn aan de man te brengen. De typische streekdruiven hier zijn vooral de Blauburgunder en Pinot Noir.

TSCHAMUT

  • 01GraubundentschamutTschamut
Vanaf de Oberalppass komend is Tschamut, gelegen op een hoogte van 1404m is het eerst volgende bergdorpje richting Disentis en Chur nadat we de  pashoogte zijn gepasseerd. Het treinstation in Tschamut ziet er verlaten uit. De MGB- trein wordt hier aangedreven door middel van een tandrad op het midden spoor.

SEDRUN

  • 02GraubundensedrunSedrun
Het dorp Sedrun ligt op een hoogte van 1450m, in het hoogst gelegen deel van het district  Surselva. Disentis/Sedrun, aan de oorsprong van de Rijn op de Oberalppass, is gezellig, authentiek, modern en heeft toch een traditionele cultuur. Eerbiedwaardige benedictijnen leven hier in de fascinerende wereld van de monniken. Een verscheidenheid van kerken en kapellen kenmerkt deze dorpen. Porta Alpina, het ondergrondse spoorwegstation in de Gotthard-Basistunnel, zal een directe verbinding krijgen met het dorp Sedrun. De verwachting is dat Sedrun een toeristische trekpleister gaat worden in deze regio, voor zowel zomer- als wintergasten.

  • 05GraubundensedrunInfo Alptransit Sedrun
Vanaf 1999 is men bezig met de aanleg van de Gotthard- Basistunnel, het zal een ondergrondse  spoortunnelverbinding gaan vormen tussen Erstfeld en Bodio (Biasca). De Gotthard-Basistunnel, waarvan de opening gepland staat voor 2017, zal met 57 km de langste spoortunnel ter wereld zijn. Ruim 800 m onder het aardoppervlak, gaat de hogesnelheidslijn deel uitmaken van het Zwitserse Alp Transitproject. Hierdoor zal de reistijd behoorlijk korter worden tussen Zürich en Milaan. De laatste steen uit de schacht van de Gotthard-Basistunnel ligt momenteel in het informatiecentrum in Sedrun. Dit informatiecentrum is zeker een bezoekje waard.

DISENTIS

  • 03GraubundendisentisTreinstation Disentis Muster
Het treinstation Disentis in Graubünden is een belangrijk knooppunt van het Zwitserse spoorwegennet. Naar het westen gaat de belangrijkste smalspoorlijn van de MGB (Matterhorn-Gotthard-Bahn), een privé smalspoormaatschappij die in 2003 is ontstaan na een fusie van de Furka-Oberalp-Bahn (FO) en de Brig-Visp-Zermattbahn (BVZ). In Disentis is een aansluiting op het spoorwegnet in oostelijke richting, de Rhätische Bahn (RhB). De Rhätische Bahn is een privé spoorwegmaatschappij in het kanton Graubünden en is voor een groot deel eigendom van dit kanton. In 2008 werden twee spoorlijnen van de RhB op de (UNESCO) werelderfgoedlijst gezet te weten: de Albulabahn en de Bernina-Bahn. De MGB en de RhB exploiteren gezamenlijk de Glacier Express tussen Zermatt en St.Moritz één van de mooiste trajecten in Zwitserland. Na het verlaten van Disentis/Mustér rijden we het Bündner Oberland (Vorderrheintal) in, zoals het dal in de volksmond wordt genoemd, op zijn Reto-Romaans heet het Surselva.

DISENTIS-MUSTÉR

  • 08GraubundendisentismusterDisentis kruising Alpinewegen
Disentis/Mustér, gelegen op 1143m, ligt tussen de toppen van het Rijndal (o.a. Oberalpstock (3327m), Péz Ault (3027m), Péz Cavardiras (2964m)) op de kruising van twee belangrijke alpine wegen, de Oberalppass en Lukmanierpass. De Lukmanierpass (1914m) verbindt het dal van de Vorderrhein met het Bleniodal in Tessin, het grensgebied tussen Graubünden en Tessin.

  • 01GraubundendisentismusterKlooster Disentis Muster
De Reto-Romaanse naam Mustér is een verwijzing naar de witte Benedictijnen abdij, die het aangezicht van deze plaats overheerst. Deze abdij werd in de 7e eeuw gesticht en meerder malen verwoest. Eind 17e eeuw werd onder de abten Adalbert II de Medel en Adalbert III Defuns, de huidige Barokkerk herbouwd. Wie deze kerk bezoekt staat versteld van de overweldigende ruimtewerking en het prachtige lichtinval. Omdat het middenschip slechts de helft van de kerk inneemt, geeft dit een indrukwekkende dieptewerking. Het hoofdaltaar is afkomstig uit Degendorf in Beieren en dateert uit 1656. De preekstoel, een vroegbarok werk van Pierre Solèr, is inmiddels rijkelijk verguld.

 

  • 07GraubundendisentismusterAltaar Benediktijnerabdij Disentis
Een grote deur links achteraan in de kerk geeft toegang tot de Mariakerk In de lange gang bevinden zich oude grafstenen van de abten van Disentis. Een majesteitelijke trap uit 1899 geeft uiteindelijk toegang tot de bedevaartkerk. De kerk is zeker een bezoekje waard, het heeft kostbare voorwerpen, schilderijen, beelden en oude meubels uit de 13e eeuw. De abdijschool van Disentis is met zijn tijd meegegaan en na het behalen van het diploma, heeft men toegang tot alle mogelijke studierichtingen. De monniken, die in het klooster les geven, hebben naast een theologische opleiding ook een andere studie richting gevolgd. Sinds 1972 gaan er ook meisjes naar de school, een kleine 200 leerlingen, waarvan het merendeel uit Graubünden, hopen hier hun diploma te behalen.

LUKMANIERPASS

  • 01GraubundenlukmanierpasLukmanierpass 1920m
De Lukmanierpass (Italiaans Passo del Lucomagno) is met zijn 1914m een van de laagste passen in de Zwitserse Alpen. Het is tevens de scheiding tussen het Italiaanse en Reto-Romaans taalgebied. Passo del Lucomagno is afgeleid van het Latijnse “Lucus magnus” hetgeen groot bos betekent. De Lukmanierpas is een natuurpark van nationale betekenis en kenmerkt zich door alpenweiden, moerassen en naaldbossen met arven en lariksen. Ondanks het graven van de St-Gotthardtunnel in 1880 blijft de Lukmanierpas een van de drukste passen van Zwitserland, omdat het een gemakkelijke verbinding blijft tussen Graubünden en Ticino. Vanuit Disentis, met zijn imposante Benedictijnen Klooster in het “Vorderrheintal”, gaat het gestaag zuidwaarts richting Biasca in kanton Ticino.

MEDELSERSCHLUCHT

  • 03GraubundenmedelschluchtMedelser Schlucht
Vanuit Disentis/Mustér gaan we zuidwaarts door de indrukwekkende “Medelserschlucht (Höllenschlucht),” het is zeker de moeite waard om hier even te pauzeren of foto’s te maken voor we het dorp Curaglia bereiken. Curaglia is het grootste en noordelijkste dorp van de Medel (Lucmagn) gemeente dat deel uitmaakt van het district Surselva. De gemeente bezit verder tal van kleine dorpen, gehuchten en nederzettingen aan weerszijde van de vallei. Rein da Medel is de rivier die door de wild water vallei stroomt, komend van het hoger gelegen bergmeer Lai da Sontga Maria, op pashoogte. Gevoed door vele zijstroompjes stroomt Rein da Medel uiteindelijk ten zuiden van Disentis uit in de Vorderrhein. Op het bergmassief rond Piz Medel ligt het uitgebreide gletsjergebied Glatscher da Medel. Verder zuidwaarts wordt het landschap wilder en kaler. Lago da Sontga Maria is nauwelijks te zien op pashoogte vanwege de lange lawine galerijen die het zicht belemmeren naar het bergmeer.

MUTSCHNENGIA

  • 09GraubundenmutschnengiaMutschnengia
Wij gaan van Curaglia naar één van de valleien, val Mutschnengia. Rechts vooraan in het dorp Mutschnengia staat de prachtige Kapel St. Sebastian. De kapel dateert uit 1500 maar werd pas in 1546 ingewijd, blijkt uit een oorkonde. Eind van de 16e eeuw hebben veel dorpsbewoners de pest niet overleefd. Bij een grote renovatie van 1926/27 werden hun beenderen ontdekt. De datum 1610 boven de ingang van de kapel dateert van een ombouw of nieuwbouw. In de jaren 90/92 van de vorige eeuw werd de kapel voor het laatst gerestaureerd.    

  • 07GraubundenmutschnengiaHangebrucke Val Mutschnengia
Koor en schip hebben een prachtig beschilderd kruisgewelf, dat begin van de 18e eeuw moet zijn aangebracht. De evangelisten staan afgebeeld in het koor, aan de wanden zijn acht heilige vrouwen afgebeeld. Wij wandelen door het boerendorp en bereiken de houten hangbrug over de vallei. Het werd in 2011 gebouwd door bosbouwleerlingen uit 17 kubieke meter lokaal larikshout, het heeft een eigen gewicht van 19 ton en zakt 4,25 meter door. De hangbrug overspant 100m en is slechts 80cm breed. De Mutschnengia Hängebrücke werd in slechts 6 weken gebouwd.

LUKMANIERPASS PASHOOGTE (1914m)

LAGO DI SANTA MARIA

  • 02GraubundenlukmanierpasshoheLago di Santa Maria
Langs het stuwmeer “Lago di Santa Maria”, waarvan de laatste kilometers door een lawinegalerij gaan, bereiken we Lukmanierpass pashoogte (1914m). Het nieuwe Mariahospitium op de pas, werd in 1965 geopend. Informatie over het hospitium is te vinden onder de volgende  link: http://www.lukmanierpass.ch.

  • 01GraubundenlukmanierpasshoheLukmanier pashoogte
Rondom Val Canaria, Val Cadlimo en Passo di Lucomagno liggen op de almen schitterende bergmeertjes. (zie ook het verhaal onder berghutten o.a. Capanna Cadagno en onder Tessino). Na pashoogte rijden we het kanton Ticino binnen en via de Santa Maria vallei dalen we af door het “Valle di Blenio” richting Biasca.

 

Val di Campo en Val Camadra laten we links liggen, dit zijn dalen die al jaren op ons programma staan, maar we hebben daarvoor nog steeds geen leuke uitvalbasis gevonden.

 

  • 03GraubundenlukmanierpasshoheLeontica Prugiasco kloof
De Blenio vallei is het stroomgebied van de Brenno die uiteindelijk bij Biasca uitmondt in de Ticino. De kerk van San Carlo Negrentino, is een van de meest opmerkelijke in Tessin. De prachtige locatie, de Romaanse architectuur en rijke artistieke decoraties maken de kerk van San Carlo Negrentino zo uniek. De kerk van San Carlo Negrentino staat op een hoogte van 850 meter, maar is door de onlangs geïnstalleerde hangbrug over de Prugiasco kloof eenvoudig vanuit Leontica te bereiken.

  • 05GraubundenlukmanierpasshoheNegrentino kerk
In de volksmond wordt de Blenio-vallei ook wel Valle del Sole genoemd (Vallei van de Zon). Wij hebben de zon nauwelijks gezien het was gelukkig droog en de wolken op de achtergrond geven zo een andere sfeer. De kerk van Negrentino is gesloten, maar tegen een borg kan de sleutel gehaald worden bij Bar Centrale in Leontica. De losstaande klokkentoren dateert uit de 12e eeuw en draagt de kantonwapens van kanton Uri, Leventina en de Blenio-dalen. Het wapen met gezegende hand is van Leventina, Uri en Blenio wijzen zich dan vanzelf.

 

  • 07GraubundenlukmanierpasshoheFresco's Negrentino kerk
De Negrentino kerk, die in de 11e eeuw werd gebouwd en voor het eerst vermeld werd in 1224, ligt aan de oude doorgangsroute van het Nara muilezelpad, die de twee valleien Leventina en Blenio verbindt. We fotograferen de fresco’s, de data van de werken zijn onzeker maar het zijn zeker één van de oudste van Tessin (1010-1100). We leveren de sleutel weer in en wandelen het dorp uit. Biasca het eindpunt van de Lukmanierpass en is om die reden dan ook onder Graubünden beschreven. Val Blenio is een ideaal reisdoel voor natuurliefhebbers, door dit ongerepte landschap lopen prachtige wandelpaden.

BIASCA

  • 01GraubundenbiascaBiasca
Biasca is het belangrijkste stadje van deze streek. Strategisch gelegen omdat de dalen Val Leventina, Val Blenio en Riviera hier samen komen (ook wel Ambrosiaanse dalen genaamd). De Brenno rivier, komend vanaf de Lukmanierpass, mondt hier uit in de Ticino. De Ticino rivier kent zijn oorsprong op de Nufenenpass en heeft het Bedretto - en Leventinadal dan al doorlopen om uiteindelijk via de Riviera uit te monden in het Lago Maggiore.

  • 05GraubundenbiascaKerk van de Heiligen Peter en Paul
Biasca bezit veel historische gebouwen en oude kerken, waaronder de Romaanse San Pietro en Paolokerk uit de 12e eeuw, een van de belangrijkste Romaanse bouwwerken van Zwitserland. Informeer eerst of de kerk open is, de 185 traptreden naar boven zijn anders voor niets geweest. De kerk is gebouwd van graniet, hetgeen hier nog steeds in de omliggende bergwanden wordt uitgehouwen. De grote zuilen verdelen de kerk in drie schepen, het middenschip en aan weerszijden twee van ongelijke hoogte zijnde zijschepen. De prachtige gotische fresco’s in de kerk dateren uit de 13e tot de 17e eeuw. Een ander monumentaal pand, waarvan de plattegrond een Grieks kruis voorstelt is de San Carlo kerk. We vervolgen de reis richting Bellinzona door het Riviera dal.

ILANZ

  • 02GraubundenilanzTreinstation Ilanz
Terug in het Surselva dal rijden we vanuit Disentis/Mustér richting Chur en is Ilanz ons volgend station in het Zwitserse kanton Graubünden. Zoals gezegd maakt het deel uit van het district Surselva (het dal van de Vorderrhein). Het is de  eerste stad aan de Rijn, één van de langste rivieren van Europa. Meer informatie op http://www.ilanz.ch/.

De oude binnenstad van Ilanz is zeker een bezoekje waard! De brochure "Wissenswertes auf den Rundgang durch die Altstadt" is gebaseerd op historische gebouwen en monumenten van deze stad. De brochure is verkrijgbaar bij het stadhuis of het Regionaal Museum Surselva en is gratis. Het Museum Regiunal Surselva aan de Städtlistrasse 10 dateert uit de 16e eeuw en was de stadswoning van de adellijke familie Grüneck Schmid. Uit deze tijd, dateren ook de muurschilderingen van het museum. Een mooi stukje techniekgeschiedenis is te zien in de historische werkplaats van de gebroeders Giger Schaus.

VALSERTAL-ZERVREILASEE (ILANZ)

  • 03GraubundenvalsertalZervreilasee
Vanuit Ilanz rijden we het Valsertal in, het stroomgebied van de Valser Rhein. Na een aantal dorpen en gehuchten bereiken we na ca. 20km het laatste dorp in het Valsertal, Vals. Dan volgen er nog enige haarspeltbochten en een tunnel van ca. 2km. Als we de tunnel uitkomen hebben we nog ca. 5km te gaan, over een smalle weg tot aan het stuwmeer. Let op: over deze smalle weg rijdt ook de plaatselijke busmaatschappij tot aan het clubhotel Zervreila, een geliefd plekje van wandelaars. Op P1984 vindt u de grote parkeerplaats, bij de kapel die gewijd is aan St. Bartholomäus aan de Zervreilasee.  

  • 02GraubundenvalsertalNatuurwaldreservat Zervreila-Zervreilasee
In het Natuurwaldreservat Zervreila staan zeldzame lariksen, arven, enige berkenbomen en bessen dragende bomen en struiken. Een Arve of Alpen-den, is een boomsoort uit de dennenfamilie. Hij groeit enkel in de Alpen tot vlak onder de boomgrens, maar kan hier ook iets hoger staan. De naam Zervreila komt van het voormalige dorp onderaan de stuwdam. 

 

 

  • 06GraubundenvalsertalCanalbrucke-Canaltal
Rondom de Zervreilasee staan de drieduizenders Zervreilahorn Frunthorn en Fanellhorn. Iets boven de stuwdam aan de westzijde de kleine nederzetting Funt met de St. Annakapel. Het is een prachtige dag, strak blauwe lucht en een heerlijke temperatuur om te wandelen. De eerste sneeuw is al gevallen, maar zal bij deze temperaturen ook weer snel verdwijnen. In de schaduw is het nog erg koud en moet de fleecetrui en muts nog dienst doen. Het gras is nog bevroren en hier en daar hangt een ijspegel. Dit zal weldra veranderen want na de  Canalbrücke wandelen we in de volle zon zodat de jassen uit kunnen.   

  • 08GraubundenvalsertalZervreilasee-Piz Tomul/Wissensteinhorn
We wandelen langs de Kapel (St. Bartholomäus) en de Brocha Hütta richting Canalbrücke. Gestaag gaat het dan bergopwaarts langs de Zervreilasee richting de Lampertsch Alp, dat 2uur staat aangegeven, de Läntahütte staat bijna 3uur aangegeven. Het uitzicht is adembenemend mede dankzij het prachtige weer kunnen we weer heel wat beelden op de gevoelige plaat vastleggen. Het is begin oktober de bessen hangen nog aan de bomen en de herfstkleuren zijn her en der al een beetje te zien. Kijkend richting de stuwdam valt het turquoise gekleurde water haast samen met de strak blauwe lucht, zij het dat de bergketen met de 2946m hoge Wissensteinhorn en stuwdam er tussen liggen.   

  • 13GraubundenvalsertalZervreilahorn-Plattenberg-Piz val Nova
De Zervreilahorn, Plattenberg en Piz val Nova staan aan het begin van de Zervreilasee en zijn een richtpunt voor ons. De boerenschuren op de Etzmeder zijn ruïnes geworden, zelfs de grote beschermsteen boven de schuur mocht niet baten. Dan bereiken we Oksastafel waar het informatie bord ons laat weten dat de Lampertschalp al gesloten is. Op Oksastafel passeren we Valser Rhein en wandelen we hierlangs gestaag bergopwaarts richting de Lampertschalp. Om de bocht zien we in de verte de Lampertschalp liggen met daarachter de Grauhorn (3260m) en Pizzo Cassinello (3103m). Aan de jonge Rijn op de Lampertschalp nuttigen we onze meegebrachte lunch en besluiten daarna om terug te gaan. Nu al wetende dat het Natuurwaldreservat Zervreila ons zeker nog een keer terug zal zien. 

RHEINSCHLUCHT-RUINAULTA

  • 02GraubundenruinaultaTreinstation Ilanz
In het drietalige kanton Graubünden wordt de Rheinschlucht op zijn Reto-Romaans  uitgesproken als Ruinaulta. Het Reto-Romaans is in deze omgeving de officiële taal, dus ook op wandelkaarten en in het openbaar vervoer. De landelijke wetten in Zwitserland werden altijd in drie talen opgesteld (Duits, Frans en Italiaans), sinds een paar jaar worden deze nu ook in het Reto-Romaans gepubliceerd en geldt het Reto-Romaans als officiële vierde landstaal.

Tijdens de vroege ochtendrit over de Oberalppass werden we geconfronteerd met hoog nevel een prachtig gezicht om te zien, maar niet om er doorheen te rijden. (boven de mist is het dan helder). We rijden naar het treinstation Ilanz en parkeren daar onze auto. De panoramische wandelkaarten van de omgeving zijn goed uitgebeeld en de wandelroutes zijn duidelijk beschreven. De route Ilanz- Reichenau staat aangeduid met een lengte van 25 km, waar men ongeveer acht uur over wandelt met een hoogteverschil van bijna 1000 m. We besluiten om een gedeelte van deze wandeling te doen. Met de Rhätische-Bahn gaan we door de Rheinschlucht naar station Versam-Safien.

  • 05GraubundenruinaultaChrummwang wandeling Rheinschlucht Ruinaulta
De Rhätische-Bahn, die bijna door heel Graubünden rijdt,  is een privébedrijf, evenals zoveel andere Zwitserse treintrajecten. Het bedrijf heeft vanaf 1889 vele Bünder-dalen ontsloten, pas in 1903 werd het traject Reichenau naar Ilanz in gebruik genomen. Begin vorige eeuw werd het traject doorgetrokken naar Disentis/Muster. Vanuit Versam-Safien gaat de ruim twaalf kilometer lange wandeling terug door de imposante Rheinschlucht. Om de Rheinschlucht goed te kunnen bekijken besluiten we om ruim 1 km langs de Vorderrhein met de stroom mee te wandelen, tot de spoorbrug over de Rijn na de Chrummwang tunnel.

  • 07GraubundenruinaultaTreinbrug bij Isla Bella
De ruim honderd meter hoge Chli Isla zal men moeten overbruggen om een nog beter zicht te krijgen op deze eigenaardige rotsformatie, de Ruinaulta. Over de brug hebben we een prachtig uitzicht op de kalkrotsen van de Rheinschlucht. Dit natuurwonder is met geen woorden te beschrijven, dit zal men met eigen ogen moeten aanschouwen. De drie- tot vierhonderd meter hoge witte kalkrotsen staan te pronken langs deze prachtige Rijndelta. Aan de andere kant van de rivier staat boven op de kalkrotsen het uitzichtplatform bij Conn (II Spir) dat het gemakkelijkst vanuit het mondaine Flims is te bereiken.

  • 17GraubundenruinaultaRuinaulta
Eind 80’er jaren is de Bünder Arbeidsgemeinschaft für Wanderwege (BAW) pas begonnen met het aanleggen en verbinden van de bestaande wandelpaden in deze omgeving. Hierdoor kan men nu vanuit Trin Mulin langs de Rijn naar Ilanz lopen en van daaruit de hoger gelegen wandelpaden bereiken. Over de Chli Isla wandelen we terug over de Chrummwang- tunnel, stroomopwaarts langs de Rijnoever richting Ilanz. Langs het treinstation Versam-Safier wandelen we dan verder bergopwaarts, steeds met het uitzicht op de witte kalkwanden met hun bizarre vormen.

  • 18GraubundenruinaultaRuinaulta
Ook de zuidoever van de Rheinschlucht kent bijzondere en mooie wandelpaden. Na Islahalda krijgen we een korte steile klim door het bos en wandelen iets verder van het spoor en de rivier af. Bovenlangs hebben we een prachtig uitzicht op Isla, de lager gelegen alphutten in deze Rheinschlucht. Over en langs klaterende kalkbeekjes gaat het dan verder richting Carreratobel, waar we weer langs het spoor en de oever van de Rijn uitkomen. De Carrera bergkloof, die uitmondt in de Rijn, spoelt enorme stenen richting de rivierbedding van de Rijn, dat hierdoor een indrukwekkende delta vormt.

  • 33GraubundenruinaultaStation Valendas-Sagogn
Langs mooi aangelegde barbecueplaatsen, (te vinden langs de hele wandelroute) wandelen we na het station Valendas-Sagogn binnen. Het is dan nog ruim een uur wandelen naar het volgend station Castrisch, hetgeen niet het mooiste gedeelte van de wandeling is. Wel hebben we prachtig uitzicht op de hoger gelegen dorpen Sagogn en Laax. Uiteindelijk komen we Ilanz binnen waar we vanmorgen zijn begonnen, wandelen naar de parkeerplaats en besluiten omdat nu we er toch zijn, het hoger gelegen Laax en Flims aan te doen.

FLIMS, LAAX EN FALERA

  • 01GraubundenflimsFlims Dorf
De mondaine vakantieoorden Flims, Laax en Falera bevinden zich op een zonnig bergplateau hoog boven de Rijnkloof (Ruinaulta). In het cultuurgebied van de Vorderrhein (Surselva) in het kanton Graubünden wordt Reto-Romaans gesproken, de vierde voertaal van Zwitserland. Flims is zowel in de zomer als winter een geschikt onderkomen voor actieve wandelaars. Flims bestaat uit Flims-Dorf en Flims-Waldhaus. Rond de kerk uit de 16e eeuw van Flims-Dorf staan nog enkele prachtige oude huizen. Bergbanen voeren ons over de Flimserstein naar de 2637m hoog gelegen Cassons Grat. De loodrechte wanden van de Flimserstein beschermen de dorpen tegen de noordenwinden.

  • 03GraubundenflimsSt. Remigius Falera
Falera heeft de charme behouden van een Bünder bergdorp en zorgt voor een ontspannen gezinsvakantie. Met een stoeltjeslift kunt u naar Curnius (1644m). Het oude kerkje St. Remigius, met mooie muurschilderingen, staat eenzaam op een heuvel met uitzicht op Ilanz. Een prachtige allee bestaande uit linde- en ahornbomen, staan langs het wandelpad richting de Remigiuskerk. Achter de kerk is een prachtig uitzichtpunt gebouwd compleet met BBQ en zitbanken. De St. Remigiuskerk dateert uit de 15e eeuw en mag tot een van de mooiste en interessantste bouwwerken gerekend worden in het voorste Rijndal. De kerk en het kerkhof zijn volledig ommuurd. Het smeedijzeren hek aan voor- en achterzijde tonen samen met de grafkruizen de plaatselijke siersmeedkunst. In de kerk een fresco uit 1646 van het avondmaal, geschilderd over de volle breedte aan de noordwand van de kerk. Achter de kerk ligt het Megalieten park “Parc la Mutta” uit de bronstijd. Deze rechtopstaande keien staan even ver van elkaar en in bepaalde lijnen tot elkaar, zo kon men al voordat klokken en kalenders bestonden de dag van de zonnewende bepalen.

  • 09GraubundenflimsBoomkroonpad Laax naar Murschetg
Laax staat vooral in de wintermaanden bekend als trekpleister voor snowboarders. Tennis, golf, kanoën, rivier raften, deltavliegen, alsook thematische wandelwegen, bergweiden en meren bieden een afwisselend verblijf in deze regio, met de Zwitserse Grand Canyon (zoals de Rijnkloof ook wel wordt genoemd) op steenworp afstand. Van Laax-Murschetg naar Laax-Dorf is sedert juni 2021 het langst boomkroonpad van Europa geopend. Het 1.55 km lange traject hangt max. 28m boven de grond, heeft 4 platvormen en twee torens waarvan de toren in Murschetg een glijbaan heeft voor de kleinen onder ons. Het boomkroonpad “Senda dil Dragun” is rolstoeltoegankelijk en kindvriendelijk aangelegd.

  • 10GraubundenflimsFlims 48e Alpine heteluchtballonnen week
Flims is internationaal bekend door het organiseren van de internationale Alpine heteluchtballonnen week, in 2021 al weer voor de 48e keer. Op het grasveld onder in het dorp gaan een week lang elke ochtend en avond (bij goed weer) tientallen heteluchtballonnen de lucht in. Dit spektakel trekt veel bezoekers en vooral de zgn. Gloomingparty trekken ’s avond veel bekijks vanaf 2100 uur zijn de heteluchtballonnen dan van binnen verlicht. We verzamelen enige informatie over de wandelwegen in dit gebied en wandelen richting Caumasee, dat 15 minuten staat aangegeven. Caumasee, een bergmeer dat gevoed wordt door onderaardse bronnen, hierdoor bereikt het water in juni een temperatuur van 18-24 ºC. In dit prachtig aangelegde wandelgebied, dat zelfs voor rolstoelgebruikers en kinderwagens toegankelijk is, dalen we gratis met de cabinelift richting Caumasee. De Caumasee met z'n turkooiskleurige water en schilderachtige baaien doet denken aan stranden langs de Middellandse Zee. Men kan hier zwemmen, waterfietsen of met een roeiboot het meer op gaan. Het uitzichtplatform bij Conn (Il Spir) is nog bijna een uur wandelen, we hebben hier vandaag helaas geen tijd meer voor, maar komen zeker nog een keer terug.

  • 14GraubundenflimsIl Spir Conn
Elf jaar later zijn we terug in dit gebied en besluiten we een rondwandeling te maken door het bosrijk gebied en Il Spir, het uitzichtplatvorm te bezoeken dat een prachtig uitzicht moet geven op de Rijnkloof. Het is een uurtje wandelen, de toegangspoort naar de Caumasee staat open, er wordt geen entree meer gevraagd zo eind september. Dat is in de zomermaanden wel anders, want vanaf 2022 hanteren ze een behoorlijke prijsverhoging van 08.00-17.00 uur. Een gezin met 2 kinderen betaald maar liefst 57 CHF entree. Zelfs de ingang van het restaurant kost vijf frank entree. Het parkeergeld dan nog niet meegerekend wordt een dagje baden wel ontzettend duur, in de natuur. We wandelen eerst door het bos richting Conn, dat we in de aangegeven tijd bereiken.

  • 16GraubundenflimsConn
Een koets brengt vanuit het dorp Flims een echtpaar naar boven dat zich een uur wandelen heeft bespaard. Il Spir is iets verder gelegen en overtreft ons stoutste verwachting, het is een schitterend uitzichtplatvorm dat een weidse blik geeft over de Ruinaulta. Terug wandelen we naar de Caumasee waar we nog even nagenieten van deze prachtige dag.

Als we de rijbaan vervolgen richting het oosten bereiken we Chur, de hoofdstad van Graubünden. Vervolgens gaan we bij Tamins via de Domleschg Vallei het Hinterrhein gebied in, richting de San Bernardinopass.

REICHENAU-TAMINS

  • 02GraubundenreichenauHinter- en Vorderrhein
Liepen we 10 jaar geleden de Rheinschlucht van Versam-Safien naar Ilanz, nu besluiten we om het gedeelte van Reichenau naar Trin te wandelen. Een wandeling van ca. 2 uur, genoeg gezien de bewolking, want het weer is onzeker de laatste dagen, dan weer bewolkt en dan weer regen. Reichenau-Tamins is de splitsing van spoor- en waterwegen. De Vorderrhein en Hinterrhein komen voor het slot van Reichenau samen en gaan verder als Rijn. De spoorbaan van de Rhätische-Bahn splitst zich hier enerzijds richting Chur en de andere kant gaat het, het Hinterrhein gebied in, ook wel de Domleschg Vallei genoemd, richting Thusis. Authentieke en unieke treinsamenstellingen van de Rhätische-Bahn ziet u hier voorbij rijden. De wereldberoemde “Glacier Express”- de langzaamste sneltrein- en de Bernina Express.

  • 01GraubundenreichenauSchloss Reichenau
Aan de samenvloeiing van Vorderrhein en Hinterrhein ligt kasteel Reichenau met zijn wijnmakerij. Het kasteel met zijn historische gebouwen biedt een unieke omgeving voor speciale gelegenheden, zoals verjaardagen , huwelijken, familiefeestjes noem maar op. Het kasteel van Reichenau is een cultuurhistorische plek waar plezier, genieten en wijn samenkomen. Reichenau heeft zijn naam te danken aan de Abdij van Reichenau een Benedictijnerabdij in Baden-Württemberg, in de vroege middeleeuwen een van de beroemdste abdijen.

  • 04GraubundenreichenauWandelroute richting Trin
We parkeren de auto op de parkeerplaats naast het station waar de wandeling naar Trin al staat aangegeven. Wij besluiten om via het dorp Reichenau-Tamins te gaan, beide wandelroutes komen onder de spoorbrug Vasorta samen, de wandelroute is niet zo lang dus kan dat stukje er wel bij. Tamins is niet zo spectaculair, het ommetje geeft alleen wat hoogtemeters in de benen. Verder gaat het langs de spoorbaan en de Rijn richting Trin. Aan de Rijn onder aan de voet van Ruïne Wackenau houden we een pauze en genieten we van het uitzicht en de treinen. 

  • 09GraubundenreichenauStation Trin
Niet veel later bereiken we treinstation Trin en de iets verder gelegen Hängebrücke Ruinaulta, een houten hangbrug over de Rijn. De trein vertrok net toen we aankwamen dus is het een uur wachten op de volgende trein op het stationnetje. Het volgende wandeltraject van Trun naar Versam-Safien, langs het spoor en langs het water zal nog wel enige tijd duren want dit loopt door een beschermd natuurgebied en dan weet je het wel. De wandeling van Trun naar Versam-Safien bovenlangs via Bonaduz, staat beschreven onder het Safiental op deze website, het is te doen maar behoorlijk steil en veel langs de rijbaan. Na een uurtje brengt de trein ons terug naar het station Reichenau-Tamins en kijken we terug op een mooie dag.

SAFIENTAL

  • 01GraubundensafientalBonaduz Zault Ruinaulta
We rijden vandaag via Bonaduz het Safiental in, het stroomgebied van de Rabiusa. Maar eerst krijgen we bij Bonaduz Zault een prachtig uitzicht op de Rheinslucht. De imposante Rijnkloof met zijn wilde Vorderrhein, witte kalkstenen rotsen en vele bossen, is een van de meest afwisselende berglandschappen in de Zwitserse Alpen. De Rijnkloof werd gevormd door de aardverschuiving van Flims tussen Reichenau en Ilanz en is vandaag de dag een van bizarste  rotsformaties. Het Rhiihalda reservaat behoord tot de gemeente Bonaduz. Het bosgebied kan  hier ongestoord zijn gang gaan, er mag namelijk geen hout worden gekapt, geen paddenstoelen worden geplukt en er mag geen beweiding met vee plaatvinden.

  • 03GraubundensafientalOude brug richting Versam
Daar past het Safiental heel goed bij, ook het Safiental is een van de meest ongerepte regio’s in Zwitserland, het ligt in het hart van Graubunden, dat grotendeels gevormd is door de Walser cultuur. Het waren de Walsers die in de 14e eeuw uit Wallis kwamen en zich hier gingen vestigen, huizen gingen bouwen, bossen ontruimden en het terrein leefbaar en bewoonbaar maakten. Voor Versam fotograferen we nog even de oude ijzeren boogbrug, dan volgen er nog enkele haarspeldbochten en slaan we uiteindelijk in Versam linksaf het Safiental in.


  • 04GraubundensafientalBerggasthaus Tarrahus Safiental
We rijden door tot het eind en besluiten op de terugweg in de 6 dorpen de oude kerken te bezichtigen. De wolken hangen wel laag maar het is  niet hinderlijk voor het rijden alleen jammer dat we de hoge reuzen van het trog-dal niet kunnen zien. Het dal eindigt bij Berggasthaus Turahus in Turra. Vanwege het weer heeft verder wandelen dan ook geen zin en zijn we al blij dat de wolken achter in het dal zijn blijven hangen. Achter in het Safiental eindigt het trog-dal tegen de 2929m hoge Bärenhorn en 3038m hoge Alperschällihorn. De hogere pasovergangen zoals de Safierberg naar Splügen in het Rheinwald aan de San Bernardinopas belichamen het Safiental maar die zullen vandaag voor ons verborgen blijven.

De Safierberg staat in Safien Thalkirch een kleine 4 uur aangegeven. De Tomülpass die het Safiental met Vals verbindt werd van 2018 tot 2021 gesaneerd. De pas weg werd in 1941 door Poolse geïnterneerden aangelegd.  Het Safiental leent zich uitstekend voor lange afstandswandelaars en mountainbikers. Het Safiental heeft een goede busverbinding, zodat wandelingen altijd kunnen worden ingekort.

“Onderweg van kerk naar kerk” staat op de brochure van het Safiental. Buiten de oude zwartgeblakerde Walser huizen en schuren zijn het de kerken in het dorp die veelal de geschiedenis weergeven.

  • 05GraubundensafientalSafien Talkirch
De Safien Thalkirch is in 1441 gebouwd, het koor en altaar volgden in 1503. Hiermee is de tijdsaanduiding van het dal al aangegeven het is de oudste kerk van het Safiental. De Rabiusa freest zich steeds dieper en breder door het dal, de afgrond onder de kerkmuur werd in 1925/26 verstevigd zodat de scheur in het koor niet groter werd. De kerk is gewijd aan Moeder Maria. 

  • 08GraubundensafientalSafien Platz
Het volgende dorp is Safien Platz, de kerk dateert uit 1510 en werd ooit door twee bergbeken omringd. Tijdens de bouw van de energiecentrale in de vijftigerjaren van de vorige eeuw werden de bergbeken door turbines geleid. De kerk is gewijd aan Johannes de Doper. Tijdens een binnen restauratie in 2014/15 zijn de sterren in het plafond tevoorschijn gekomen. Het Gasthaus Rathuis is donderdags gesloten in Safien Platz.

 

 

  • 11GraubundensafientalSafien Neukirch
Het volgende dorp is Safien Neukirch, de kerk die 1697 in 34 dagen werd gebouwd en in 1698 werd ingewijd. Al enige jaren waren de boerenfamilies het zat om over de steile almen en lange moeizame wegen hun kerkgang naar de kerk in Safien Platz te lopen en werden de koppen bij elkaar gestoken en unaniem in mei 1697 werd besloten een eigen kerk te gaan bouwen. In 34 dagen stonden de muren van de kerk er en zat het dak erop. Eigen haard is goud waard zullen de inwoners gedacht hebben. Maar het kerkbestuur uit Platz en Thalkirch kwamen in opstand vanwege het mislopen van kerksteun. Na jarenlange onderhandelingen zijn ze er toch uit gekomen.

  • 14GraubundensafientalSafien Tenna
Niet aan de doorgaande weg maar een 300 hoogtemeters hoger staat de volgende kerk in Tenna. In de kerk van Tenna uit 1524 werden na een restauratie in 1957 fresco’s uit de beginperiode weer tevoorschijn gehaald. Wie had gedacht dat in een afgelegen berg-dal als het Safiental in de kerk zoveel fresco’s tevoorschijn zouden komen. Waarschijnlijk zijn tijdens de reformatie de fresco’s overgeschilderd.


  • 15GraubundensafientalSafien Tenna
De grote fresco’s aan de zijwand beelden de lijdensweg van Jezus uit. Het schip is tevens rijkelijk beschilderd. Naast de kerk staat pension Alpenblick dat waarschijnlijk betere tijden heeft gekend. De plaatselijke super in het dorp is donderdagmiddag gesloten. In Tenna staat de eerste solarskilift van de wereld.

 

  • 19GraubundensafientalSafien Versam
Waar we in het eerste dorp het Safiental zijn ingereden zijn we nu weer terug Versam. Ommuurd en op een heuvel buiten de dorpskern staat de Versam kerk uit 1634. In het begin van de 14 e eeuw werd door de bewoners van Versam de kerk in Valendas bezocht, totdat in 1634 besloten werd een eigen kerk te bouwen. In 1710 moest de kerk al vergroot worden en werd de toren verhoogd. In de loop der tijd is het een aantal keren gemoderniseerd en verbouwd, in 1969 voor het laatst van binnen en in 1986 van buiten. Het barokke orgel werd door een privé eigenaar geschonken in 1789. Zijn naam “Jacobus Gredigius” staat groot afgebeeld onder de orgelpijpen.

  • 18GraubundensafientalSafien Versam
Ook het koorbankje is oud, het stamt uit 1710. In 1985 werd de kerk getroffen door blikseminslag, het werd gerestaureerd en het dak werd met 80.000 handgemaakte lariksplankjes bedekt en er werd een bliksemafleider gemonteerd. Een grote stenen bron op het dorpsplein waar vroeger de was werd gedaan, dieren dronken en men samen kwam, is nog steeds de pleisterplaats van het dorp. Tijdens de afdaling naar Valendas krijgen we weer zicht op de Rijnkloof, hetgeen mooie plaatjes oplevert.

  • 27GraubundensafientalSafiental Valendas
Niet veel later bereiken we Valendas, we parkeren de auto buiten het dorp en gaan wandelend door het dorp. Het dorp kent veel bronnen, op het dorpsplein staat de grootste houten bron van Europa uit 1760. Ook hier werd vroeger gewassen en liet men het vee drinken. De dorpsbron op het dorpsplein was het middelpunt van het sociale leven in Valendas. Een oud verkeersbord in het dorp geeft de richting aan met de nog af te leggen kilometers, aangeduid met K.


  • 24GraubundensafientalSafiental Valendas
De kerk zoals hij er nu bijstaat dateert uit 1481. Uit oude documenten blijkt dat er al sprake is van een kerk in 1384. Opvallend is het achtkantige gotische koor. In de tijd na de reformatie in 1594 stierven er in Valendas 430 personen aan de pest. Het parochiegebied kende slechts 600 inwoners. Een gedenksteen naast de kerkingang herinnert hieraan. Een van de oudste kerkorgels in kanton Graubunden staat in deze kerk. Het barok-orgel werd in 1737 geschonken door Johan Peter von Marchion.  

CHUR (OUDSTE STAD ZWITSERLAND)

  • 01GraubundenchurChur
Het door hoge bergen omsloten Chur is de oudste stad van Zwitserland en werd door de Romeinen gesticht. Er zijn vondsten uit ca. 2500v. Chr. In de Romeinse tijd werd Chur Cura Raetorum genoemd. Daarna werd Chur bisschopsstad en na de Eedgenootschap in 1803 werd Chur kantons-hoofdstad. Chur heeft twee stadsdelen het moderne stadsdeel en het authentieke oude stadsdeel dat gedomineerd wordt door het 18e -eeuwse bisschoppelijke paleis. De laat romaanse kathedraal uit de 12e eeuw werd in honderd jaar gebouwd en in 1272 ingewijd. Het 15e -eeuws gemeentehuis heeft een raadszaal uit 1494 en de laatgotische St. Martinskerk, is in de 15e eeuw gebouwd op de fundamenten van een vroegere kerk, die bij een grote stadsbrand in 1464 gedeeltelijk werd verwoest. Deze grootste laatgotische kerk van kanton Graubünden werd gebouwd na de stadsbrand in 1464. De eerste St Martinskerk was oorspronkelijke een Karolingisch bouwwerk uit de 8e eeuw. De oudste documenten dateren uit 769. In 958 werd er een wijngaard toegekend. De eerste kerktoren werd pas in de 12e eeuw gebouwd. De St. Martinskerk was een geschenk van Keizer Otto de eerste aan de bisschop van Chur.

  • 05GraubundenchurMaltesertoren
Chur met zijn vrijwel “autovrije” Alt Stadt is zeker een bezoekje waard, de nauwe steegjes, mooie fonteinen en oude gebouwen maken de stad sfeervol. De Malteser toren dateert uit de eerste helft van de 13e eeuw en vormt samen met de Obertor een gedeelte van de oude stadsmuur. Het huis Zschaler nu café aan de Gansplatz, heeft een mooie beschilderde voorgevel. Het Marsol, dat vroeger de stallen waren van de Churer Domheren werd in 1909 door een Bisschop van Chur verbouwd tot hotel. De Hegisplatz is ommuurd door meerder historische gebouwen, het Hegishuis werd in de 16e-17e eeuw door de Zürcher familie Hegi bewoond, vandaar de naam Hegisplatz. Aan de Kirchgasse, Reichssgasse en Rabengasse staan fraaie huizen met luiken. Op de Bahnhofplatz zijn de rode- en groene voetsporen op het trottoir verdwenen. Het waren gemarkeerde wandelroutes door de stad Chur, waarvan de ene kleur u naar het oude stadsdeel leidde en de andere kleur naar het nieuwe deel van de stad. Zij die goed opletten kunnen her en der nog wel een aantal voetsporen terugvinden. Nu moet men het doen met een platte grond, dat dan wel weer gratis te verkrijgen is bij de plaatselijke VVV. Maar u kunt Chur ook met een stadsgids bezoeken; informeer bij de plaatselijke VVV.  

  • 10GraubundenchurRijn
De gemeentegrens wordt gevormd door de Rijn, die ten noorden van Chur stroomt. Door Chur stroomt de Plessur dat vanuit Arosa komt en ten noorden van Chur uitmondt in de Rijn. De Churer Hausberg, de Brambrüesch (1590m), is bereikbaar vanuit het oude stadsdeel. Brambrüesch is het uitgangspunt voor een aantal prachtige wandelroutes onder meer naar Churwalden, Feldis/Veulden of Malix. De Haldensteiner Calanda, die ten noordwesten van Chur hoog boven het Rijndal torent, is vanuit het dal te bereiken. Door het pittoreske dal met zijn drie berg-ruïnes; Haldenstein, Grottenstein en Lichtenstein  wandelen we richting de Haldensteiner Calanda. De Calandahütte is vanaf deze locatie in ca. vier uur te bereiken, bedenk wel dat er ruim 1500 hoogt meters moeten worden afgelegd over een lengte van 9 km.  De Haldensteiner Calanda wordt ook wel aangemerkt als huisberg van Chur, maar deze staat totaal niet in de gemeente Chur. Door de centrale ligging van Chur, zijn alle bekende toeristische bestemmingen in Graubünden vanuit de bisschopsstad te bereiken.

  • 11GraubundenchurRhatische Bahn
Chur is het knooppunt van alle belangrijke treinverbindingen van de Räthische Bahn. Behalve het smalspoortraject van de RhB stoppen hier in Chur ook de treinen van de Glacier Express en Bernina Express, zij het dat deze trienstellen op normaal spoor rijden. De eerste trein rolde in 1858 Chur binnen. Door Chur rijdt over de doorgaande weg de trein van de Rhätische Bahn het traject van Chur naar Arosa. De autoweg van Chur naar Andermatt, door het Surselva dal, is een belangrijke verbinding tussen het Graubünderland en Centraal Zwitserland. Maar op cultureel gebied heeft Chur, behalve zijn oud stadsdeel nog meer te bieden. Chur is namelijk ook het culturele centrum van het kanton Graubünden. Het Bündner kunstmuseum (ook wel museum of fine arts genoemd), het historische Rätisch museum, het Bündner natuurmuseum en het stadsmuseum zijn zo een greep uit de culturele kantonnale hoofdstad Chur. Bovendien leeft Chur in de zomermaanden van de vele straatkunstfestivals.

AROSA (SCHANFIGGTAL)

  • 01GraubundenarosaArosa
Aan het eind van het Schanfigg dal, ligt tussen Obersee en Untersee op een hoogte van 1800m, het ski- en vakantieoord Arosa. De kersverse gemeente Arosa is ontstaan in 2013, door een gemeentelijke fusie met de voormalige gemeenten Calfreisen, Castiel, Langwies, Lüen, Molinis, St. Peter, Peist en Arosa. In een oorkonde uit 765 komt Schanfigg voor het eerst voor in de boeken, destijds onder de naam “Scanavico”. Het Schanfigg dal liep toen tot Frauentobel, het gebied tussen Peist en Langwies. Het gebied daarachter was in die tijd alp- en jachtgebied. Enkel dorpen langs de rijbaan doen we aan: zo is bij het dorp Litzirüti het spoortraject dubbelspoor uitgevoerd, zodat de berg-trein en dal-trein elkaar kunnen passeren.  

  • 03GraubundenarosaLangwies Viaduct
Langwies staat bekend om zijn 287m lange “Langwieser Viadukt” over het Plessurtal, de spanwijdte bedraagt 100m en zijn hoogte is 62m. Het was destijds de grootste betonnen spoorbaanviaduct van de wereld. De bouwkosten bedroegen maar liefst 625.000 CHF, wat veel geld was begin vorige eeuw. De skigebieden van Arosa en Lenzerheide zijn sinds kort met elkander verbonden en vormen hiermee het grootste samenhangende skigebied van Graubünden. In de zomermaanden is Arosa een geliefd wandelgebied. Arosa heeft ruim 200km aan wandelroutes zoals themaroutes, uitdagende- of eenvoudige wandelroutes, m.a.w. Arosa heeft voor iedere wandelaar een wandelroute. Bijna alle treintrajecten van de Rhätische Bahn zijn de moeite waard. De spoorlijn van Chur naar Arosa is slechts 26 kilometer lang, maar duurt een uur. Met de auto gaat het overigens niet veel sneller, vele maar dan ook echt vele bochten overwinnen uiteindelijk de ruim 1000m hoogteverschil. De Chur-Arosa-Bahn werd van 1912 tot 1914 aangelegd, de toegangsweg van Chur naar Arosa werd pas in 1927 vrijgegeven.  

  • 06GraubundenarosaRhatische Bahn
Arosa ligt aan de voet van de 2652m hoge Weisshorn, welke men met een kabelbaan kan bereiken. Vanaf de Weisshorn zijn prachtige hoogtewandelingen te maken. Vanaf het middenstation is sinds augustus 2018 het Arosa Bärenland geopend. Een zo natuurlijk mogelijk berenverblijf waar beren zich kunnen baden, klauteren en voedsel zoeken. Vanaf een platvorm en vanuit de gondelbaan is het berenverblijf te zien. Napa, de eerste beer in het berenverblijf werd in 2006 geboren in Servië, waar hij destijds uit een kooi gered kon worden. Begin 2019 werden Meimo en Amelia, twee beren uit Albanië, naar het berenverblijf in Arosa gebracht waar ze in de toekomst samen met Napa misschien wel voor nakomelingen gaan zorgen in deze mooie natuurlijke omgeving. (Napa overleed in 2020). Overigens moet er voor de trip 20 CHF (2018) betaald worden, zowel te voet als met de gondelbaan. Vanaf de Weisshorn zijn prachtige hoogtewandelingen te maken. De Arosa gastenkaart is tegen betaling van 5CHF te verkrijgen bij de gastheer/vrouw waar men verblijft en geeft vrije toegang tot de bergbanen (Weisshorn en Hörnli-Express) van Arosa. Een dagkaart daarentegen kost 18CHF (2018). Een wandelroute langs 10 bergmeren is er een voor meerdere dagen. Info over Arosa is te vinden onder; https://www.gemeindearosa.ch/tourismus/tourismus-schanfigg.html
http://www.schanfigg-tourismus.ch/
http://www.arosabaerenland.ch.
Over dezelfde weg rijden we het Schanfiggtal weer uit en gaan via Chur door de Domleschg Vallei naar de Bernhardinpass.

DOMLESCHG VALLEI

  • 01GraubundendomleschgOrtenstein Rothenbrunnen
Verder richting pashoogte rijden we de Domleschg Vallei binnen. De meest noordelijke plaats is Rothenbrunnen en de meest zuidelijke is Sils. In Rothenbrunnen blijven we de aanwijzing “Burgenpfad Domleschg” volgen, dat in de dorpsstraat op 620m hoogte staat aangegeven. De Domleschg vallei is een van de meest kastelenrijke regio's van Zwitserland. Van noord naar zuid zijn het o.a. kasteel Hochjuvalt en kasteel Innerjuvalt nabij Rothenbrunnen. Kasteel Ortenstein staat in de buurt van de gemeente Tumegl/Tomils. In de omgeving van Paspels staat de burchtruïne Alt Süns en slot Sins. Iets zuidelijker onder het Canovameer de gelijknamig bergruïne Canova. In Rodels volgt dan slot Rietberg en in Pratval staat kasteel Hasensprong. In Fürstenau staat kasteel Schauenstein waarna we de gekanaliseerde Rijn oversteken naar de doorgaande weg, tussen Rhotenbrunnen en Fürtsenau is de Rijn namelijk gekanaliseerd. Een volledige beschrijving met alle kastelen en burchten van het wandelpad genaamd “Burgenpfad Domleschg” is bij de plaatselijke VVV te krijgen. Na Fürstenau passeren we de Hinterrhein en rijden iets terug naar Cazis om vervolgens richting Thusis te rijden naar het Viamala gebied.

CAZIS (DOMINIKANERINNENKLOOSTER)

  • 02GraubundencazisDominikanerinnenklooster Cazis
Iets voor Thusis in het klooster van St. Peter en Paul in Cazis wonen de ca. 45 kloosterzusters die het leven leidden van het volgen van Christus in de geest van St. Dominicus. De kloosterzuster van Cazis vormen de basis van de kloostergemeenschap. Mogelijk bestond het klooster al in de 8e eeuw, een gedocumenteerd bericht uit 940 is het oudste document over het bestaan van het klooster in Cazis. In 1156 veranderde bisschop van Adalgott van Chur het klooster in een gereguleerd klooster, slechts enkele kloosterzusters waren bereid om Augustijnse non te worden en zich in te zetten voor deze strengere manier van leven. Deze kerk werd in 1491 gebouwd en ingewijd in 1504. In 1768 werd het door blikseminslag verwoest, weer opgebouwd en verbouwd.

  • 04GraubundencazisKerk Cazis St. Peter en Paul
Rond 1500 kwamen de gotische fresco’s in de parochiekerk. De houtsculpturen uit het klooster van Cazis staan in het Nationaal Museum in Zürich. Het kloosterleven houdt op te bestaan na de dood van de laatste Augustijner non in 1570. Pas in de 17e eeuw tot op de dag van vandaag leiden Dominicaanse kloosterzusters het klooster. De plafondschilderingen in het schip van de kerk zijn geschilderd door Wilhelm Maria Rizzi in 1827.

 

  • 05GraubundencazisKapelle St. Wendelin Cazis
De kapel van St. Wendelin staat ten westen boven het kloostercomplex. Deze werd voor het eerst genoemd in een document uit 1493. In 1768 toen het klooster en de St. Peter en Paul in Cazis werden getroffen door brand, deed de Wendelins kapel tijdelijk dienst als gebedshuis voor de nonnen. De laatste buitenrenovatie vond plaats in 1956.


  • 07GraubundencazisSteinkirche Cazis
Een geheel opmerkelijke en bijzonder bouw van een kerk werd in 1984 door de evangelische kerkgemeenschap uit de grond gestampt. Op een akker dat in 1968 door de evangelische kerkgemeenschaap was aangekocht werd eerst het parochiehuis gebouwd. Daarna werd er met de bouw van de moderne kerk, bestaande uit drie ronde steenvormige elementen die door verzonken glazen elementen zijn samengeweven begonnen. De kerk werd in 2002 ingewijd en staat in het dorp aangegeven als Steinkirche.

THUSIS

  • 01GraubundenthusisThusis
Thusis, gelegen op 700m hoogte is een belangrijk verkeersknooppunt aan de doorgaande route naar de San Bernardinopass, ook is Thusis het beginpunt voor de routes naar de Julierpass en Albulapass. Iets ten noorden van Thusis vloeien de Albula en Achter-Rijn samen. De doorgaande hoofdstraat met aan weerszijden vele winkels is ondanks de aanleg van de autosnelweg in de jaren 60 van vorige eeuw nog behoorlijk druk. De smalle zijstraten met dorpspleintjes en waterbron daarentegen doen gezellig aan. Het nostalgisch bloemenwinkeltje in Thusis heeft zijn bloemenserenade uitgestald en probeert het zo aan de man te brengen. Tegenover het bloemenwinkeltje staat de Hervormde Kerk van Thusis. De kerk werd gebouwd door een Oostenrijker, Andreas Bühler uit Gmünd. Het is gebouwd in de pre-Reformatieperiode 1491-1506 (laat gotische stijl) en is geweid aan St. Mary. De katholieke kerk in het noorden van het dorp was oorspronkelijk een stal en werd in 1896 omgebouwd tot een kleine kerk, het parochiehuis staat nu op deze plek. De huidige moderne katholieke kerk met vrijstaande toren werd in 1966 ingewijd.

  • 03GraubundenthusisSchlossli von Rosenroll
Vele oude gebouwen waaronder Schlössli von Rosenroll zijn privé bezit en niet toegankelijk. De historisch genoemde plaats Thusis werd het eerst vermeld in 1156 en dankt zijn oorsprong en ontwikkeling hoofdzakelijk aan het verkeer dat van en naar de Alpine passen Splügen en San Bernardino ging. Na een grote brand in 1845, waarin ongeveer 80 huizen en even zo vele stallen in vlammen opgingen, bleek hoe belangrijk Thusis was met zijn restaurants, warenhuizen en ruim 400 paardenstallen. Na de opening van de Gotthardspoorlijn in 1882 namen rijtuigen en paardenkoetsen zienderogen af in het transitoverkeer. Toen de verbrandingsmotor rond de eeuwwisseling zijn intrede deed werd de San Bernardinopass verder uitgebouwd. Oorlogen vertraagden het project maar op 1 december 1967 werd de eerste nationale Alpentunnel, de San Bernardinotunnel geopend en werd Thusis verkeersknooppunt aan de doorgaande route naar de San Bernardinopass dat noordoost-Zwitserland verbindt met het Italiaanstalige Ticino.

VIAMALA (VIAMALA-SCHLUCHT)

  • 05GraubundenviamalaViamala-Schlucht Wildenerbrucke
De Viamala Schlucht is zeker de moeite waard om over de 359 traptreden naar beneden te wandelen. Via informatieborden langs de wandelroute krijgt u meer inzicht over deze rivierkloof. Kolkgaten zgn. gletsjermolens, diep uitgesleten steile rotswanden, een hangbrug en een oude Wildenerbrug uit 1739 maken van de Viamala-kloof een hele belevenis. De Premoli-Brücke uit 1935 is naast de oude Wildenerbrücke gebouwd en dient nu als rijbaan. De oude handelsroute de zgn. Säumerweg is op een fantastische manier boven de kloof uitgebeeld. De cultuurweg en lange afstandswandeling Via Spluga is een 65km. lang wandeltraject dat van Thusis naar het Italiaanse Chiavenna loopt. Door het Schonstal en Rheinwald gaat het over de Splügenpas door het Italiaanse Giacomodal naar Chiavenna. Meer informatie met overnachtingsmogelijkheden is te vinden onder: www.viaspluga.com en www.viamala.ch of het prospect bij de plaatselijke VVV. 

ZILLIS - ST. MARTINSKERK

  • 01GraubundenzillisZillis Martinskerk 12e eeuw
Verder naar het zuiden bereiken we Zillis, bekend vanwege zijn St. Martinskerk uit de 12e eeuw. Deze romaanse Sint Martinuskerk wordt voor het eerst vermeld in 831, opgravingen bevestigen dat er rond die tijd een kerk heeft gestaan. Maar de Sint Matinuskerk is voornamelijk bekend om zijn beschilderde houten plafondpanelen. De 153 originele panelen zijn begin 1100 gemaakt door een schilder waarvan de naam onbekend is gebleven. De doorgaande weg gaat nu Schons vallei (Val Schons) heten.

ANDEER

  • 01GraubundenandeerAndeer
Het kuuroord Andeer staat bekend om zijn mineraalbaden, whirlpools, sauna’s, buiten- en binnenbaden, waarvan het water een constante temperatuur heeft van 34°C. Komende vanuit het noorden prijkt de kerk boven het thermaal bad uit. Het bad en kuurhotel Fravi werd in 1828 door Johann Jakob Fravi Gondini gebouwd. Het is een van de oudste ondernemingen langs de oude doorgaande passtraat naar de Splügen- en San Bernardinopass. Het mineraalwater komende uit een natuurlijke bron heeft zowel een fysieke als mentale werking. Het bad- toerisme nam begin 1900 sterk toe, tot de 1e en 2e wereldoorlog een einde maakte aan deze ontwikkeling. Het bad werd in 1968 gesloten en pas in 1982 opnieuw geopend. Het mineraalwater borrelt er al sinds 1389 en trekt al 600 jaar bad lustige mensen naar Andeer. Onder de poort door van hotel Fravi lopen we het dorp binnen.

  • 05GraubundenandeerAndeer
De dorpsplein is in stand gebleven, dit was vroeger de ontmoetingsplek waar men elkander trof om b.v. kleding te wassen. De zijbronnen werden voor het kledingwassen gebruikt zodat het vee uit de grote trog kon drinken. Begin 1800 werden de toegangswegen richting Splügen- en San Bernardinopass uitgebreid, het verkeer zwol aan en Andeer werd uitgebreid met een postplaats. Andeer werd net als Chur, Reichenau en Thusis een waar verkeersknooppunt. Maar toen in 1882 de Gotthardbahn werd aangelegd betekende dit de ondergang voor de Bündner dalen. Ook de bouw van de A13 en de San Bernardinotunnel waren van grote betekenis voor de noord- zuid verbinding en maakten van o.a. Andeer een afgelegen plek. Enkel buslijnen rijden nog door het dorp en doen het dorpsplein aan.

  • 03GraubundenandeerAndeer
Andeer heeft verder nog enkele historische huizen. Speciaal in het oog vallend is het huis aan de Vela Granda het Sgraffitohuis, ook wel het huis Padrun genaamd, het valt op door zijn tapijtachtige wanddecoraties uit de 16e eeuw.

ROFFLASCHLUCHT

  • 03GraubundenrofflaschluchtRofflaschlucht
Tussen Andeer en Splügen bevindt zich de schitterende Rofflaschlucht met Rofflafall, een avontuurlijke wandeling voor jong en oud om onder de Hinterrhein door te lopen. In het restaurant, dat ook de toegang verschaft naar de waterval, heeft men een klein museum ingericht over de geschiedenis van de Rofflaschlucht. Bij de ingang van de Rofflaschlucht staan de herdenkingsstenen van de oprichters van de Rofflaschlucht. Maria en Christian Melchior-Pitschen konden zich geen betere rustplaats wensen, hier aan de voet van de Rofla kloof.


VAL FERRERA (JUF AVERS)

  • 01GraubundenvalferreraJuf (Avers)
Na de rivierkloof en waterval rijden we Val Ferrera binnen, via Ausser- en Innerferrera rijden we richting Cröt. Hier splitst het dal zich in het Madrisch dal en Avers dal. Wij volgen de aanwijzing Juf Avers en na enige haarspeldbochten bereiken we Cresta Avers. Er volgen nog een aantal gehuchten en dorpjes waarvan de namen allen eindigen op Avers. Achter in het dal bereiken we op een hoogte van 2124m Juf Avers. Juf Avers is de hoogstgelegen nederzetting van Europa, dat het gehele jaar door bewoond is. Op de kale hoogvlakte van Juf staan geen bomen de “ongerepte schoonheid” is zelfs gespaard gebleven van hoogspanningsmasten en toeristische hotels. Het authentieke dorp is iets voor wandelaars en rustzoekers, grote getale mensen zal je hier niet aantreffen. Het hout voor het bouwen van de huizen zal vanuit het dal getransporteerd moeten worden. Lange tijd werd gedroogde mest van dieren gebruikt als brandstof. Te voet gaat het dan verder over de Juffer Alp naar de drieduizenders achter in de Avers vallei.   

Op de terugweg rijden we na Campsut richting Valle di Lei en het gelijknamig stuwmeer Lago di lei. In de informatieruimte van deze elektriciteitscentrale van de Hinterrhein laat men u op indrukwekkende wijze kennis maken met het opwekken van stroom uit waterkracht. Over de stuwdam komt men in Italië, wij rijden weer terug naar de Schons vallei en vervolgen dan de doorgaande route naar de San Bernardinopass en bereiken Sufers aan de Sufner See in het Rheinwald.

 

  • 05GraubundenvalferreraSufnersee
In het dorp Sufers (1426m) gelegen aan de Sufner See begint de wandeling naar de Cufercalhütte (2385m). Verder richting het westen bereiken we Splügen in het Rheinwald, daar splitst de rijbaan zich enerzijds richting de Splügenpass en anderzijds richting de San Bernardinopass.

SPLÜGEN

  • 01GraubundensplugenSplugen
Splügen gelegen aan doorgaande weg van de San Bernardinopas en aan de voet van de Splügenpas is al sinds de romeinse tijd de voornaamste plaats in het achter Rheinwald. Splügen ligt op een hoogte van 1475m en werd door handelsreizigers als voornaamste plaats gezien voor het vervoer van goederen naar Italie. Ook was het de verbindingsroute tussen Graubunden en Italië over de San Bernardino. De statige hotels, herbergen en nauwe steegjes door de dorpskern zijn goed bewaard gebleven.

  • 02GraubundensplugenSplugen
Het oude Saumpad oftewel langeafstandswandeling Via Spluga voert van het dorp Splügen over de Splügenpas naar het Italiaanse plaatsje Chiavenna. De kerk van Splügen dateert uit eind 1600. Een protestantsgereformeerde kerk en dus ontdaan van schilderijen en standbeelden. Bijzonder is de intense geur van hout dat we roken, afkomstig van de kerkbanken met bewerkte rugsteunen daterend uit 1690. Het orgel daarentegen is van recente bouw. Wij blijven de San Bernardinopas volgen en bereiken een van de hoogst gelegen bergdorpen aan de Hinterrhein, Nufenen. Via Nufenen gaat het richting Hinterrhein.

HINTERRHEIN

  • 01GraubundenhinterrheinHinterrhein
Het dorp Hinterrhein is een bergdorp met karakter en ligt aan de voet van de bochtige San Bernardinopas en aan het noordportaal van de 7km lange San Bernardinotunnel (autoweg A13) in het Rheinwald. Op het dorpsplattegrond vooraan in het dorp staan 28 historische en bijzondere huizen genummerd en met naam omschreven. De gedetailleerde huizenbeschrijving is ook te vinden onder: www.dorffuehrer.hinterrhein.ch waarmee we een waardevolle rondleiding krijgen door het dorp Hinterrhein. 

De Hinterrhein (achter-rijn) is een van de twee bronrivieren van de Rijn en komt bij Reichenau samen met de Vorderrhein (voor-Rijn) om vervolgens verder te gaan als Rijn, die uiteindelijk uitmondt in de Noordzee. (De Vorderrhein staat beschreven onder de Badushütte en Oberalppass waar deze ontspringt op de Tomasee (Lai da Tuma)). De gletsjerrivier Hinterrhein ontspringt op Rheinwaldhorn en Güferhorn. De oorsprong van de Hinterrhein is het gemakkelijkst te bereiken vanaf de SAC Zapporthütte vanwaar het slechts een uurtje wandelen is. De drieduizenders staan in de Adula-Alpen nabij de San Bernardinopass- pashoogte.

 

 

  • 02GraubundenhinterrheinHinterrhein
De Rheinquellenweg tussen Hinterrhein en Nufenen biedt de mogelijkheid om de oorsprong van de meer dan 1200km lange Rijn heel eenvoudig te ontdekken. Onderweg worden wetenswaardigheden over het kwelwater en de levensbron van het Rijnwater verteld. Natuurlijk ontbreken de grilplaatsen niet langs de wandelroute en kan men langs de Rijn rustig genieten in het Rheinwald.

SAN BERNARDINOPASS PASHOOGTE (2066m)

  • 01GraubundensanbernardinopasLago Moesola
De San Bernardinopass (2066m) is een Zwitserse bergpas die van het Duitstalig Hinterrheintal naar Bellinzona, de hoofdstad van het Italiaanstalige Ticino loopt door een prachtig berglandschap. Talrijke dorpen met oude kerken en kastelen liggen langs deze oude kantonnale weg. De San Bernardinopass dankt zijn naam aan Sint Bernardus uit Siena, die omstreeks 1450 een kapel liet bouwen in dit gebied en er vervolgens heeft gepreekt.

De autoweg richting de San Bernardinopass voert ons tot het dorpje Hinterrhein, hier hebben we de mogelijkheid om door de bijna 7 km. lange tunnel te rijden (die in 1968 in gebruik is genomen) of een uurtje om te rijden over de bergpas San Bernadino. Beide wegen komen in het dorp San Bernadino (1608m) uit. Na ruim 9 km komen we aan op  de pashoogte, achter ons latend het Albulamassief en het Hinterrheintal. 

  • 02GraubundensanbernardinopasSan Bernardinopas
San Bernadino (2066m), staat aan het Lago Moesola, een bergmeertje gelegen op deze kale pashoogte vanwaar we een mooi weids uitzicht hebben, bij mooi weer. Van het Ospizio San Bernardino, het oude Hospiz boven op de pas, kunt u te voet over de 19 km lange oude handelsroute richting San Bernadino, een prachtige afdaling om nooit te vergeten.  

Pashoogte is een mooie plek om foto’s te maken o.a. richting P. Uccelo (2724m). Op de terugweg rijden we nog even richting Splügenpass, dat iets verder onder dit artikel beschreven staat.

SAN BERNARDINO

  • 01GraubundensanbernardinoSan Bernardino
Het eerste dorp na pashoogte, of andersom gezien aan het eind van het Valle Mesolcina ligt op 1600m boven de zeespiegel, San Bernardino, een bergdorp in het Zwitserse kanton Graubünden. Het is vernoemd naar de heilige Bernardinus van Siena, ten noorden van de plaats ligt de 2066 meter hoge San Bernardinopas. Het thema-pad rondom San Bernardino laat u kennismaken met de culturele en historische bijzonderheden van deze streek.

  • 02GraubundensanbernardinoDom San Bernardino
Het dorp doet doods aan begin oktober en straalt totaal niets uit. Het dorp is volledig op wintersporters gericht en zal weldra tot leven komen. Zelfs van het VVV kantoor, de Dom en de oude kapel zijn de deuren gesloten. Tot 2012 stond San Bernardino vooral bekend als skigebied. Wegens gebrek aan investeerders zijn de verouderde skiliften nu gesloten. Hetgeen dus ook de uitstraling van het dorp verklaart.

 

 

  • 03GraubundensanbernardinoSan Bernardino
De bouw van de Chiesa Rotonda (ronde kerk) van San Bernardino begon in 1867 en werd pas in 1897 beëindigd, wegens gebrek aan fondsen. Het gebouw is 27 meter hoog en heeft aan de basis een buitenmuur van maar liefst 120 centimeter. De diameter bedraagt 19 meter. Opvallend is het koepeldak dat met stenen platen is bedekt, een metseltechniek die we wel hebben gezien bij oude ovens. Voor de kapel staat een bronzen kerkklok uit 1869 op een stenen plateau. De kapel van San Bernardino werd voor het eerst vernoemd in 1467. Een oude stadel uit 1664 midden in het dorp is omgebouwd tot woonhuiswinkel. In San Bernardino komen de Moësa en Ri de Fontanalba samen en stromen gezamenlijk verder als Moësa. Wij vervolgen onze route en dalen verder af naar Mesocco.

MESOCCO

  • 02GraubundenmesoccoMesocco nauwe steegjes
Mesocco het bergdorp met zijn oude kerken en nauwe steegjes, behoort ook tot het Valle Mesolcina net als San Bernardino met nog een twaalftal nederzettingen. Buongiorno gaat het links en rechts de oudjes zitten onopgemerkt op een bankje voor hun huis, genietend van het mooie weer. Half Duits en half Italiaans probeert iemand ons uit te leggen hoe we eenvoudig bij de S.S. Pietro e Paolo kerk kunnen komen, door de smalle steegjes. We bedanken hem en alweer gaat het op z’n Italiaans Arrivederci.

  • 03GraubundenmesoccoKerk Mesocco S.S. Pietro e Paolo
De kerk van de heiligen Petrus en Paulus werd voor het eerst vermeld in 1219, na 1611 werd het gerenoveerd en kreeg het een zijkapel aan de noordgevel. Pas in 1773-1783 werd de zijkapel aan zuidgevel aangebouwd. De kerk heeft een rijk geïllustreerd zachtroze met wit gipsen plafond boven het altaar. Het schip is bedekt met een modern houten plafond. Achter in de kerk staat een oud doopfont uit 1615 in wit geribbeld marmer met houten deksel.

 

 

  • 07GraubundenmesoccoKerk Mesocco de San Ròcch
Door het dorp dwalend bereiken we de San Ròcch welke dateert uit de het begin van de 16e eeuw. De kapucijnenbroeders hadden het in 1668 als hospiz in gebruik. De rijk beschilderde fel gekleurde taferelen sieren de kerk, de 14 staties sieren de zijgevels. Het koor heeft een kruisgewelf en is versierd met fresco’s van Francesco Antonio Giorgioli. In het dorp valt verder weinig te beleven we hebben onze zinnen dan ook op de kasteelruïne en de Santa Maria kerk gezet welke aan de zuidzijde van het dorp staan. We rijden een eindje zuidwaarts door de stad en passeren het oude stationsgebouw dat zo te zien al jaren geen dienst meer doet. De treinrails liggen nog in de rijbaan en lopen tussen het station en de goederenloods door een teken dat er ooit een treinverbinding is geweest. Iets zuidelijker bereiken we de kasteelruïne en Santa Maria kerk van Mesocco.

  • 09GraubundenmesoccoRuderi del Castello, kasteelruine Mesocco 15e eeuw
Het is een van de grootste burchtcomplexen van Zwitserland, Ruderi del Castello Mesocco. In de middeleeuwen een onneembaar bouwwerk dat een belangrijke rol speelde vanwege zijn strategische ligging. De ooit zo sterke vesting uit de 13e eeuw is in de loop van de eeuwen vervallen tot wat het nu is, kasteelruïne Mesocco. Links van het pad naar de burcht staat de Santa Maria del Castello kerk uit de 15e eeuw. Het heeft bijzondere wandschilderingen en fresco’s uit vorige eeuwen. Tot onze verbazing waren alle deuren gesloten.

De kiosk bij de oprijlaan naar de burcht bracht uitkomst. Een sleutel moest op het gemeentehuis gehaald worden, aangezien de lieftallige dame niets te doen had wilde ze de sleutel wel even voor ons halen. Het loont zich zegt de dame. Zo gezegd zo gedaan terwijl wij op het terras zitten te genieten van een ijsje rijdt deze aardige dame naar het gemeentehuis en overhandigt ons niet veel later de sleutel van Santa Maria del Castello, veel plezier en geniet ervan zegt ze.

  • 15GraubundenmesoccoSanta Maria Mesecco
En inderdaad het heeft zich geloond de laat-romaanse fresco’s zijn in uitstekende staat en de gedetailleerde gipsen plafonds zien er prachtig uit. Zonde dat dit niet meer onder de aandacht van de wandelaars en bezoekers van de kasteelruine wordt gebracht, menigeen loopt de kerk zo voorbij niet wetende wat er zich voor moois achter de kerkmuren bevindt. Betaal je in de St. Martinskerk van Zillis grof geld om naar binnen te gaan, hier is het gratis even een sleutel halen. We maken nog even een praatje en bedanken de vriendelijke kiosk vrouw hartelijk en vervolgen de route richting Bellinzona.  

SOAZZO

  • 01GraubundensoazzoSoazza
Ook Soazzo gelegen aan de Moesa rivier behoort tot het Italiaanstalige Valle Mesolcina. De parochiekerk San Martino is het symbool van Soazzo omdat het vanaf beide kanten vanuit de verte al te zien is. Het staat op een hoog plateau boven het dorp, deze kerk werd in 1502 gebouwd en is volledig ommuurd. Al in 1219 wordt de parochiekerk van San Martino in Soazza genoemd. Beneden in het dorp staat de San Rocco kerk, deze werd voor het eerst vernoemd in 1419. In 1636 arriveerden de eerste kapucijnerbroeders in Soazza. De parochie werd tot 1922 door kapucijnerbroeders bediend. In de hoofdstraat staan hoge, veelal drie of meerdere verdiepingen hoge, elegante herenhuizen uit de 19e eeuw. Duidend op een rijk verleden.

LOSTALLO

  • 01GraubundenlostalloLostallo Chiesa di San Carlo Borromeo & Giorgio 1219
In Lostallo staan ook twee kerken waarvan de San Giorgio uit 1219 de oudste kerk van het Mesolcina dal is. De San Borromeo uit 1611 staat iets meer in de dorpskern. De nauwe straatjes zijn modern geplaveid en hebben het oude karakter van het bergdorp verloren. Lostallo ligt tussen de Moesa rivier en de snelweg A13 ook wel de “noord-zuid as” genoemd. Het opmerkelijk vlak gebied wordt omgeven door hoge bergen waaronder de 2690m hoge Piz di Groven. Zuidwaarts rijden we verder richting Bellinzona.

GRONO - VAL CALANCA

  • 03GraubundenvalcalancaSta Maria
In het zuidwesten van het kanton Graubunden op de grens met kanton Tessin ligt het Italiaanstalig Val Calanca, een 20 km. lang berg-dal in de Zwitserse Alpen. Het is een van de vier Italiaanstalige dalen van het kanton Graubünden. Het dal wordt uitgesleten door de Calancasca rivier, dat ontspringt ten zuiden van de Zapporthorn op een hoogte van 2840m en uitmondt in de Moesa nabij Grono, van waaruit het dal zich ook toegang verleent. Val Calanca loopt evenwijdig aan de naastgelegen Valle Mesolcina, de aanloop naar de St. Bernardinopass pashoogte.

  • 08GraubundenvalcalancaRossa I Rodond
Het dal eindigt voor gemotoriseerd vervoer in Rossa, vandaaruit opent zich een fantastisch wandelgebied naar hoger gelegen almen en bergdalen. Rosa is het gehele jaar door bewoond. In Cauco, Bodio en Selma staan interessante houten gebouwen de kapel in Lascial, het pittoreske dorp, zijn de kerk en het knekelhuis de moeite waard.

 

 

 

  • 02GraubundenvalcalancaCastaneda
Vooraan in de Calanca vallei vinden we de plaatsen Castaneda en Sta. Maria in Calanca, afbuigend van de doorgaande weg. De parochiekerk van Sta. Maria Assunta staat op een heuvel voor het dorp, op een rots boven de kerk staat de toren van Sta. Maria in Calanca. De kerk werd voor het eerst genoemd in 1219, het heeft een rijk beschilderde renaissance-cassetteplafond met gebeeldhouwde rozetten die dateren uit 1600.

  • 06GraubundenvalcalancaKoorhemel St. Maria Assunta
Het gestucte koorplafond werd 26 jaar later aangebracht en beschilderd. Via Bodio aan de doorgaande weg in de vallei bereiken we Rossa, waarna we via dezelfde weg het 20 km lang dal weer uitrijden.

BELLINZONA

  • 01GraubundenbellinzonaBellinzona
Bellinzona is de hoofdstad van het Italiaanssprekende Zwitserse kanton Ticino. Bellinzona is de sleutel tot de strategisch gelegen passen St.Gotthard, Lukmanier en de San Bernadino. Alle drie de passen zijn nog steeds belangrijke transportroutes tussen de omliggende landen; Oostenrijk en Italië. Bellinzona is de stad met de best bewaarde kastelen van Zwitserland. De 3 kastelen staan inmiddels op de UNESCO werelderfgoed lijst.

Het Castelgrande staat in het centrum van de stad op een heuvel, terwijl naar het oosten de kastelen Montebello (It. Castello di Montebello ) en Sasso Corbaro (It. Castello di Sasso Corbaro ) staan.

  • 03GraubundenbellinzonaCastelgrande kasteel
Het uitzicht op de beide andere burchten, vanaf de indrukwekkende verdedigingsmuur van Castelgrande is grandioos. De oude tuinen van de burcht, brengen je helemaal terug in de tijd: de zwerftocht door de Middeleeuwen kan beginnen! Gastelgrande is gebouwd in de 10e eeuw en is het grootste van de drie kastelen. Kasteel Montaebello, het middelste kasteel van Bellinzona, ligt op een heuvel 90 meter boven de stad en biedt een prachtig uitzicht over Castelgrande. In het kasteel is een tentoonstelling “Archeologia Montebello” over de geschiedenis van middeleeuwse landhuizen en archeologische vondsten. Deze vesting dateert uit het einde van de 13e eeuw tot eind 15e eeuw. Van alle drie kastelen is alleen van Sasso Corbaro een exacte bouwdatum bekend, namelijk 1479. De vierkante binnenplaats van kasteel Sasso Cobaro is omgeven door hoge muren en een massieve uitkijktoren. Castello di Sasso Corbaro ligt 230 meter boven de stad Bellinzona en biedt een fantastisch uitzicht over de stad en verre omgeving. Tijdens de winterperiode kunnen van de kastelen Montebello en Sasso Corbaro alleen de binnen- en buitenplaatsen worden bezocht.

Andere belangrijke gebouwen uit de 15e eeuw zijn o.a.; Maria delle Grazia en de SS Pietro en Stefano kerk met zijn imposante renaissancegevel, welke gebouwd tussen 1518-1565. Het prachtige twaalfdelige roosvenster boven de ingang van de kerk dateert uit het eind 16e eeuw en begin 17e eeuw het heeft een diameter van vijf meter. De wanden van de kerk (16e en 17e eeuw) herbergen enkele mooie taferelen en zijn rijkelijk versierd met 17e -eeuws stucwerk. De preekstoel, wentelend om een pilaar van de kerk, bestaat hoofdzakelijk uit scagliola (een gipsen imitatie van marmer) en dateert uit 1784. Al is de hele kerk ook gemaakt van Scagliola het was voor die tijd en nog steeds, een kunst op zich om zoiets te maken. De vele zijkapellen in de kerk hebben zo zijn eigen betekenis, er hangen olieverfschilderijen uit voornamelijk de 17e eeuw. In een buitenwijk van Bellinzona, Monte Carasso, gaan we met de kabelbaan (funivia) naar het tussenstation Curzútt/S. Bernard.

SPLÜGENPASS (PASSO DELLO SPLUGA)

  • 01GraubundensplugenpasSplugenpass
De 2113m hoge Splügenpass (It.: Passo dello Spluga) in Graubünden  ligt op de grens van Zwitserland en Italië. Splügen gelegen op 1450m aan de Hinterrhein ligt aan de voet van de gelijknamige pas. De Splügenpass verbindt het Zwitserse Rheinwald met het Italiaanse Chiavenna in de provincie Sondrio. Het bochtige gedeelte kent tot pashoogte enkel een paar gehuchten en is voor de rest een kale hoogvlakte. Voor pashoogte staat het Zwitserse douanekantoor met Berghaus Splügenpass, beide gesloten zo te zien, daarachter staan de Schwarhörners. Iets verder aan de rechterzijde van de rijbaan de 312m lange galerij die dateert uit 1843-1846. De Splügen-route was vroeger gevaarlijk i.v.m. sneeuwlawines en sneeuwstormen. 

  • 06GraubundensplugenpasGallerij Spugenpass
De galerij aan de noordzijde is het enige bouwwerk op de Splügenpass dat nog bestaat, het is meerdere keren gerenoveerd en nu cultureel erfgoed. Na de 2e wereldoorlog werd de Spügenpass in de wintermaanden afgesloten. Aan Italiaanse kant is de weg smal en zijn de haarspeldbochten erg krap. Op 1900m hoogte, na de pasovergang met Italië, ligt het eerste dorpje Montespluga aan het gelijknamige stuwmeer Montespluga. Na de bouw van de San Bernardinotunnel is het verkeer op de Splügenpas aanzienlijk afgenomen. Op de kille en koude pashoogte zijn alle gebouwen afgesloten. Het is alweer bijna twee eeuwen geleden dat de bergpas werd aangelegd (1822).

LENZERHEIDEPASS

  • 01GraubundenlenzerheidepasLenzerheide
De 1549m hoge Lenzerheidepass in Graubünden verbindt de oudste nederzetting van Zwitserland Chur met Tiefencastel in het Albula dal. De al vrij oude pasovergang werd al in de Romeinse tijd en middeleeuwen gebruikt. Samen met de Septimerpass was het de handelsroute tussen Zuid-Duitsland en Italië. Vanuit Chur gaat het gelijk bergopwaarts door haarspeldbochten en langs de bergdorpen Malix, Churwalden en Parpan, waarna we pashoogte en de Heidsee bereiken. Langs de Heidsee dalen we dan via Lantsch/Lenz richting Tiefencastel. 

  • 03GraubundenlenzerheidepasSt. Cassian
Na Lenzerheide staat langs de rijbaan op 1415m de laatgotische St. Cassian kapel. De kapel werd voor het eerst genoemd in 1405. In 1513 zijn de laatgotische wijzigingen aangebracht. Lenzerheide richt zich zowel in de zomer als ook in de winter op toeristen. In de zomer treft men er vele wandelaars aan en voor de winter is kort geleden (2013) een 225km lang skigebied gerealiseerd, samen met het hoger geleden Arosa. Arosa is met de auto of trein alleen vanuit Chur door  het Schanfiggdal te bereiken. Vervolgens rijden wij verder over de Lenzerheidepas.

 

  • 04GraubundenlenzerheidepasTiefencastel
Voor Tiefencastel slingeren we dan nog door een aantal haarspeldbochten waarna we op de viersprong in het dorp een keuze moeten maken Albulapass of Julierpass die verder gaan naar het Engadin, of door het smalle Schin langs de Albula rivier richting Thusis. Wij rijden rechtdoor en gaan de Julierpass op.

TIEFENCASTEL

  • 01GraubundentiefencastelTiefencastel
Tiefencastel is een voormalige gemeente en sinds 2015 gefuseerd met omliggende plaatsen tot de nieuwe gemeente Albula/Alvra. Tiefencastel wordt voor het eerst genoemd in 831, later stond het bekend onder de naam Tüffenkasten.

  • 05GraubundentiefencastelSt. Stephan Tiefencastel
De St. Stefan staat vermeld als Zwitsers erfgoed van nationaal belang. De kerk dateert van rond 1343 en werd in 1650 herbouwd en uitgebreid door de kapucijner monniken. In die tijd werd ook het houtsnijwerk en de schilderijen aangebracht. De kerk uit 800, Mistail Son Peder en de bekende treinviaducten (Solis- en Landwasserviaduct) staan iets verderop in dit artikel onder de Albulapass beschreven. In Tiefencastel rijden wij langs het Posthotel Albula & Julier de Julierpass op. Langs een zijrivier van de Albula rijden we door het Sursés (duits: Oberhalbstein), zoals de grote vallei van de Gelgia (Duits: Julia-rivier) en zijn zijvalleien ook wel worden genoemd richting pashoogte.

JULIERPASS (PASS DAL GÜGLIA)

  • 01GraubundenjulierpasJulierpass pashoogte
De 2284m hoge Julierpas (Reto-R.: Pass dal Güglia, It.: Passo del Giulia) in Graubünden loopt van Tiefencastel naar Silvaplana of omgekeerd. Het is de verbinding tussen het Engadin en Tiefencastel in het Albula dal. Doordat de weg breder is dan de Albulapass treft men hier dan ook meer doorgaand verkeer, ondanks de grote hoogte wordt de Julierpass ook in de wintermaanden sneeuwvrij gemaakt om Sankt-Moritz bereikbaar te houden.  

  • 02GraubundenjulierpasSavognin, Punt Crap
Savognin het eerste bergdorp vanaf Tiefencastel bezit nog een middeleeuwse brug over de Gelgia. Het fotogenieke bergdorp ligt tussen ruige bergketens met steile ravijnen en glooiende bergweiden. Savognin is zowel in de zomer als in de winter een populair toeristenoord, de officiële taal is het Reto-Romaanse.  

 

 

 

  • 04GraubundenjulierpasLai da Marmorera Julierpass
Verder bergopwaarts door het Sursés-dal (Dt. Oberhalbstein), (ook al heb je nog steeds niet het gevoel dat je op een bergpas rijdt), bereiken we het Marmorera meer (Lai de Marmorera). Langs de Gelgia rivier rechts van de rijbaan en dan weer links van de rijbaan zijn we aangekomen in Bivio. Het dorp zelf stelt niet veel voor maar na hotel Post “splitst” de rijbaan zich. Rechtsaf gaat het dan naar de Septimerpass. De pas dateert uit de Romeinse tijd. Bivio ligt in het grootste natuurpark van Zwitserland, het Ela Parc, genaamd naar de hoogste berg in het park de 3339m hoge Piz Ela. Wij blijven op de doorgaande weg richting Silvaplana. Vanaf Bivio begin je het gevoel te krijgen dat je op een pas rijdt, de bochten worden scherper, haarspeldbochten volgen elkaar op en iets voor pashoogte wordt de rijbaan zienderogen smaller.

  • 08GraubundenjulierpasSur Gonda
Alp Sur Gonda aan de doorgaande weg ligt er verlaten bij en is zo te zien al klaar voor de winter. Iets voor pashoogte bij La Veduta, op een hoogte van 2233m is het Hospiz op de Julierpass. Op pashoogte (2284m) staan opvallende torens die werden gebouwd voor de Theatervoorstellingen van het Bünder Theater Origen Festival Cultural. Ook is er een kiosk die zowaar geopend is en een bergmeertje. Rondom Lej da las Culuonnas op pashoogte is een leuke korte wandelroute om even de benen te strekken. Vanaf pashoogte is het slechts 400 hoogtemeters dalen door het woeste Vallum dal en na een paar haarspeldbochten bereiken we in no-time Silvaplana.  

  • 11GraubundenjulierpasSilvaplana
Silvaplana (1800m) ligt aan twee grote bergmeren te weten de Silvalplaner-See (Lej da Silvaplana) en Lej Suot dat samen met de Champfèrer-See (Lej da Champfèr) eigenlijk een zee vormt. Omdat beide zeeën nogal hoog liggen telt net als bij bomen dat hoge zeeën veel wind vangen. Vandaar dat de surfsport en zeilsport op deze meren op nummer een staat. Langs het lej Giazöl bereiken Sils/Segl-Baselgia langs de doorgaande weg.

  • 13GraubundenjulierpasSils-Segl Baselgia
Het kerkje St. Lorenz trekt onze aandacht. Het dateert uit 1356 en wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1356. Het dorp stelt verder niet veel voor, achter het dorp Lej da Segl oftewel op zijn Duits de Silsersee. 

SILVAPLANA

  • 02GraubundensilvaplanaSilvaplana-Surlej dalstation Corvatsch-Bahn, Surlej Brucke
Silvaplana is gelegen op een hoogte van 1816 meter nabij St.Moritz en ligt aan de doorgaande weg over de Malojapass naar Chiavenna in Italië. Hoewel het een knooppunt is van wegen, heeft men het oude centrum kunnen vrijwaren van het drukke verkeer. In Silvaplana kan men rustig genieten van de oude gebouwen met hun specifieke beschilderingen en smalle steegjes met o.a. de Santa Maria kerk. De kerk heeft een rijke voorgeschiedenis en dateert van rond 1356, er is een romaans voorgangersgebouw uit de 11e eeuw aangetroffen, schilderfragmenten uit de 14e eeuw met grafplaten, graven en skeletten. Silvaplana is uitermate geschikt voor een gezinsvakantie.

  • 01GraubundensilvaplanaSilvaplana dalstation, Surlej Brucke, Corvatsch-Bahn
Er staan heel wat hotels en vakantiewoningen zij het net buiten het oude dorpsgedeelte nl: in Silvaplana-Surlej. Hier bevindt zich ook het dalstation van de Corvatsch-Bahn, welke samen met Sils-Maria een uitgebreid skigebied ontsluit onder de 3451m hoge Piz Corvatsch. Het bergstation bevindt zich op een hoogte van 3297m, net iets onder de Piz Murtel. Talrijke gletsjers en bergen, waaronder de Piz Bernina 4049m zijn vanaf hier te zien bij helder weer. In de zomermaanden is het een geliefd wandelgebied dat veel te bieden heeft op gebied van flora en fauna.

Een recent overzicht is te vinden op hun website zie: https://silvaplana.ch/sommer. of https://www.corvatsch.ch.

SEPTIMERPASS (PASS DE SETT)

  • 01GraubundenseptimerpasTgavretga-dal, Pass da Sett, Septimerpass
De 2310m hoge Septimerpass (Reto-R.: Pass de Sett, It.: Passo del Settimo) verbindt Bivio aan de Julierpass met de Casaccia in het Bergell-dal (Val Bregaglia). In de Romeinse tijd was de Septimerpass een belangrijke pasovergang maar werd door de jaren heen nooit echt gemoderniseerd. De Septimerpass wordt nu enkel in de zomer door Mountainbikers, bergwandelaars en het Zwitserse leger gebruikt. Bij het voormalige Hospiz, iets ten zuiden van pashoogte, zijn kort geleden nog scherven en zilvermunten uit de romeinse tijd gevonden. In de middeleeuwen behoorde de Septimerpass tot de meest gebruikte passen in dit Alpen gebied. Reizenden, handelaren en pelgrims gebruikten deze verbinding tussen Bivio en Casaccia. In 1387 besloten de toenmalige Bisschop van Chur en Jakob van Castelmur uit het Bergell-dal een berijdbare pasovergang aan te leggen. Maar door de concurrentie van omliggende bergpassen verloor de Septimerpass aan populariteit. Na de bouw van de Julierpass in de 19e eeuw werd het handelsverkeer op de Septimerpass stopgezet. Ook op pashoogte vind je de waterkering tussen Rijn (naar Noordzee) en Po (naar Adriatisch zee). We vervolgen de route richting de Malojapas.

MALOJAPASS - (PUERTO DE LA MALOJA)

  • 01GraubundenmalojapasPasso del Maloja pashoogte
De 1815m hoge Puerto de la Maloja (It.: Passo del Maloja en op zijn Duits Malojapass) verbindt het Italiaanse Chiavenna in het Bergell-dal (Val Bregaglia) met Silvaplana in het Engadindal. Vanuit Silvaplana gaat het gestaag bergopwaarts langs de Silvaplanersee en Silsersee.  

  • 04GraubundenmalojapasLej da Segl, Silsersee
Na de Silsersee bereiken we al vrij vlot het dorp Maloja, met in het dorp Maloja de geringe pashoogte van 1800m. Het rustieke pasbergdorp straalt sfeer uit en is een gezinsvriendelijk vakantieoord. Na pashoogte volgen enkele scherpe en vele haarspeldbochten langs de Orlegna rivier richting Italië. Voor de eerste haarspeldbocht, (staat als parkeerplaats naar links aangegeven) ligt na de parkeerplaats bij P1790 Orden / Diga, het Fornotal (Val Forno).  

 

 

 

  • 08GraubundenmalojapasFornotal, Orden, Piz da la Margna
In het ruige Fornotal hebben ze een stuwmuur gebouwd om een eventuele overstroming tegen te houden. Beelden uit de vorige eeuw tonen aan hoe snel het krachtige water het gebied hier kan veranderen. Na de bouw in de jaren vijftig vorige eeuw, heeft de stuwmuur in 1987 uitstekende diensten bewezen. Dankzij de stuwmuur in Albigna en Orden is het Bergell-dal (Val Bregaglia) een grote ramp gespaard gebleven. De Malojapass is doorgaans het gehele jaar open, maar wegafsluiting komt vaak voor op deze bergpas bij hevige sneeuwval, waarbij er dan rekening moet worden gehouden met wachttijden. 

SOGLIO

Het authentieke bergdorp Soglio ligt op korte afstand van de Zwitser-Italiaanse grens op een berghelling boven de rivier de Maira (Ital. Mere) in het Zwitserse bergdal Bregaglia, het zuidelijkste puntje van kanton Graubünden. De oorsprong van de Maira rivier ligt in de Duana vallei aan de voet van de Piz Duan in kanton Graubünden. Vandaar stroomt hij door de Bregaglia vallei in Zwitserland en de Chiavennavlakte in Italië en mondt uiteindelijk uit in het Italiaanse Comomeer. Ten zuiden van Soglio hebben we een prachtig uitzicht op de woeste Bondasca vallei met aan het eind de legendarische Piz Cengalo. De Bondasca vallei staat de laatste jaren bekend om zijn grote aardverschuivingen, in 2017 werd het bergdorp Bondo bijna van de aardbodem weggevaagd. Slachtoffers vielen hoofdzakelijk in de vallei zelf, het betrof wandelaars en klimmers. De mensen in Bondo werden tijdig gewaarschuwd, omdat het dorp een waarschuwingssysteem heeft voor lawines, zoals zo veel risicovolle bergdorpen. De wandelroutes naar de berghutten Sasc Furä-hut en Sciora-hut werden als gevolg van de aardverschuiving allemaal geblokkeerd. De wandelroute naar de Sciora-hut werd in 2011 al gesloten vanwege de grote Cengalo-aardverschuiving, maar was nog steeds op eigen risico toegankelijk. Een nieuwe benadering van de Sac Furä-hut werd in 2019 voltooid en is sindsdien weer geopend, Raadpleeg altijd de website van desbetreffende hut om niet van een koude kermis thuis te komen. Soglio telt naast de kleine bergwoningen ook nog een aantal paleizen daterend uit de 16e tot 18e eeuw. Wij keren om en gaan richting Sankt Moritz.

SANKT MORITZ (OBERENGADIN)

  • 01GraubundenstmoritzGrand Hotel St. Moritz
Tussen de Berninapass en Julierpass ligt op een hoogte van 1822m in het Oberengadin aan de Sankt Moritzersee de wintersportplaat Sankt Moritz. Sankt Moritz is een mondaine stad met stijl, elegantie en veel luxe winkels. Het is het vertrekpunt of eindbestemming van de Glacier Express dat Zermatt in kanton Wallis verbindt met Sankt Moritz in kanton Graubünden. De Bernina Express daarentegen verbindt Chur, Davos en St. Moritz via Poschiavo met het Italiaanse Tirano. De St. Mauritiuskerk in St. Moritz dateert uit 1880 en heeft een opvallende scheve toren.  

  • 04GraubundenstmoritzSt. Moritz
De Sankt Karl is de blikvanger op de toegangsweg naar de hoger gelegen stad. Sankt Moritz is een populaire wintersportplaats vele kampioenschappen, waaronder de Olympische winterspelen zijn er gehouden. Eens snelde James Bond hier van de sneeuwhellingen af in de James Bondfilm “The Spy Who Loved Me”. Lej da San Murezzan oftewel de Sankt Moritzersee is door middel van de langste roltrappen van Europa verbonden met de hoger gelegen binnenstad van Sankt Moritz. Sankt Moritz is ook de hoofdplaats van het Oberengadin. Het ligt ingebed tussen belangrijke paswegen zoals; Passo del Maloja, Julierpass, Passo del Bernia en de Albulapass.

BERNINAPASS (PASSO DEL BERNINA)

  • 01GraubundenberninapasBerninapass pashoogte
De 2328m hoge Berninapass (Ital. Passo del Bernina) verbindt Sankt Moritz in het Engadindal met het Italiaanse Tirano in Valtellina. Om precies te zijn begint de Berninapass in Pontresina waar we door het Bernina dal (Val Bernina) richting pashoogte gaan. Pontresina met zijn luxe hotels laten we letterlijk en figuurlijk links liggen. Door het bergdal loopt de de Bernina-Bahn en stroomt de Ova da Bernina (Berninabach). Op pashoogte ligt de waterscheiding, enerzijds naar de Zwarte zee waar de Berninabach heen stroomt, anderzijds de Poschiavno rivier die via Val Poschiavo in de Adriatische zee stroomt.

  • 06GraubundenberninapasLej Pitschen, Lej Nair, Lago Bianco
De Bernina-Bahn werd in 1910 geopend en is onderdeel van de Rhätische Bahn. De Bernina-Bahn werd samen met de Albulabahn in 2008 door UNESCO op de werelderfgoedlijst gezet. De Berninabahn is de hoogste spoorweg van de Europa, althans zonder tandrad aandrijving. De Berninapass is vernoemd naar het Berninamassief, waarvan Piz Bernina (4049 m) de hoogste berg is in dit massief, tevens is het ook de  hoogste berg van kanton Graubünden. Bij Morteratsch, waar de twee bergbeken Ova da Morteratsch en – Bernina samenkomen kruist de Bernina-Bahn de doorgaande rijbaan. Ruim twee kilometer verder, iets voor het Berninagasthaus kruist hij nogmaals de rijbaan.  

  • 07GraubundenberninapasLagh da la Cruseta
Iets voor pashoogte staat het Ospizio Bernina aan het Bianco meer (Lago Bianco) vervolgens Lej Pitschen en Lej Nair, iets hoger aan de andere zijde van de rijbaan ligt Lagh da la Cruseta. Vanaf het treinstation van de Bernina-Bahn hebben we een mooi uitzicht op het Berninamassief met onder andere de Morteratschgletscher (Vadret da Morteratsch). Na pashoogte volgen de haarspeldbochten zich in rap tempo op en bereiken we La Rösa. Ten oosten van Sfazù ligt het mooie ongerepte bergdal Val da Camp (met achter in het dal Refugio Saoseo). Vervolgens gaat de afdaling richting Torino, door het Poschiavodal (Val Poschiavo) langs het gelijknamig bergmeer Lago di Poschiavo bereikt men dan Torino. Alp San Romerio 800 hoogtemeters boven het Poschiavo meer staat beschreven onder berghutten op deze website. Wij keren om en slaan na La Rösa rechtsaf het Laguné dal in (Val Laguné). Langs het Zwitserse douanekantoor, vooraan op de doorgaande weg, gaat het gestaag bergopwaarts richting Forcola di Livigno oftewel de Livignopass.

LIVIGNOPASS (FORCOLA DE LIVIGNO)

  • 01GraubundenlivignopasForcola di Livigno pashoogte
De Livignopass (Forcola de Livigno) is een bergpas die op de grens ligt met Italie. Het is een verbinding tussen de Zwitserse Berninapass, vanwaar we via het Livigno-dal de Ofenpass (Pass dal Fuorn) in Zwitserland bereiken bij Punt la Drossa. De Livignopass werd pas in 1937 geopend. Op Livignopass pashoogte staat het Italiaans douane kantoor, een restaurant dat gesloten is en een hotel. Van oktober tot mei is de Livignopass gesloten, Livigno is dan vanuit Bórmio te bereiken of via de Scheratunnel. Vanaf pashoogte hebben we een grandioos uitzicht over de Livigno vallei (Valle di Livigno). Vervolgens gaan we over de Livignopass het gelijknamig dal in en bereiken niet veel later het belastingvrije, langgerekte bergdorp Livigno, in de Italiaanse provincie Sondrio. De binnenkomst in het langgerekte Livigno oogt rommelig, veel restaurants, eetgelegenheden en heel veel tankstations. De belastingvrije status werd pas in 1960 door de EEG definitief toegekend. Rond 1840 werd de belastingvrije status voor het eerst erkend. Over het hoe en waarom Livigno een belastingvrije status heeft verkregen gaan de wildste verhalen. Na Livigno rijden we langs het Livigno meer (Lago di Livigno) door vele galerijen en tunnels, die ons uiteindelijk leiden naar de tolpoort (2018 16 CHF) op de stuwdam bij Punt dal Gall. Na de ruim 3km lange Scheratunnel bereiken we de Ofenpass in Zwitserland.

OFENPASS (PASS DAL FUORN)

  • 01GraubundenofenpasPass dal Fuorn, Ofenpass pashoogte
De 2149m hoge Ofenpass (Reto-Romaans: Pass dal Fuorn) in kanton Graubünden verbindt Zernez in het Oberengadindal met Sta. Maria in het Müstair dal (Val Müstair). Zernez (1473m) ligt aan de Inn (En) en in Zernez bevindt zich ook het bezoekerscentrum van het Zwitsers nationaal park. Aan de rand van het dorp staat een woontoren uit de 13e eeuw dat rond 1550 nog werd bewoond. Daarna werd de woontoren verlaten, raakte het  in verval en werd rond de 17e eeuw overgedragen aan de gemeente. Het heeft toen verschillende functies gehad zoals: gevangenis, magazijnopslag voor geld, munitiedepot en de ruimte heeft tevens gediend als opslag voor documenten. In 1960 kwam het in privé bezit en werd in 1961 en 1987 volledig van binnen en van buiten gerestaureerd. 

  • 04GraubundenofenpasZernez
In Zernez staan nog enkele mooie beschilderde Engadinerhuizen. Vanuit Zernez rijden we door het stroomgebied van de Spöl rivier gestaag bergopwaarts door Val dal Spöl een dichtbebost gebied met weinig uitzicht. Ova Spin, het eerste bergdorp van betekenis op de Ofenpass, is de toegangspoort naar het nationaal park van Zwitserland. Een mooie wandeling dwars door het nationaal park met weinig hoogteverschil, zo rond de 200 hoogtemeters, voert van Ova Spin P1 naar P6 op Il Fuorn. Doorwandelen naar pashoogte kan ook maar het laatste gedeelte gaat over een wandelpad vlak langs de doorgaande weg. Bij Punt la Drossa, iets voor Il Fuorn, slaat een zijweg rechtsaf door een 3km lange tunnel naar het Gallo dal (Val del Gallo). Langs het Livignomeer gaat de rijbaan verder door het Livignodal in Italië naar de Berninapass (Passo del Bernina) in Zwitserland. De Spöl rivier komt van het Livigno meer. 

  • 08GraubundenofenpasRivierbedding Ova dal Fuorn
Wij rijden stroomopwaarts langs Ova dal Fluorn, dat uiteindelijk uitmondt  in de Spöl, en bereiken Gasthaus Buffalora. De rivierbedding bij het restaurant is bijna leeg zo medio eind september, hier zal de komende maanden zeker nog wel verandering in komen gezien de brede bedding. Daarna bereiken we pashoogte Pass dal Fuorn oftewel Ofenpass op zijn Duits. Tschierv is het eerste dorp na pashoogte, de weg is aanzienlijk steiler en gaat door enkel haarspeldbochten. Vervolgens rijden we naar Santa Maria Val Müstair in het gelijknamig dal, waar de meerderheid het Reto-Romaans dialect (Jauer genaamd) nog spreekt. Het 17e -eeuws Jauer-Haus (Chasa Jaura) staat in Valchava iets voor Santa Maria Val Müstair hier is ook het streekmuseum gevestigd. Santa Maria Val Müstair is een belangrijk verkeersknooppunt, de Ofenpass, Umbrailpass en de rijbaan vanuit Bolzano in Italië zijn de toegangswegen naar het dorp. Samen met de Flüelapass en Vereina-treintunnel is de Ofenpass de voornaamste verbinding tussen Chur en Bolzano in Italië. De pas wordt dan ook in de winter sneeuwvrij gehouden. Blikvanger in Santa Maria Val Müstair is de dorpskerk uit 1492. 

Sta. Maria – Aual Claif - Sta. Maria is een rondwandeling van ca. twee uur langs historische irrigatiekanalen. Niet alleen in Wallis maar ook hier in het droge Val Müstair kan het zomers behoorlijk warm worden. De weide- en landbouwgronden moeten in deze droge periode, net als in Wallis, ook hier kunstmatig beregend worden. In de 14e eeuw barste er een hevige strijd los om het gebruik en nuttigen van dit water. Het zgn. waterrecht werd ingevoerd en het nuttigen werd aan strenge regels verbonden. Door de eeuwen heen werd er een waterleidingnet aangelegd en zijn de irrigatiekanalen (Reto-Romaans: Aual) verwaarloosd. Dankzij het initiatief van de landbouwstichting en het Natuurpark Biosfera Val Müstiar zijn enkele irrigatiekanalen gesaneerd. Ook is er een boek uitgegeven over de irrigatiekanalen met interessante verhalen en de geschiedenis van het waterrecht zoals dat vroeger gold. Meer informatie is te vinden onder de volgende link: www.biosfera.ch.

  • 10GraubundenofenpasVal Mustair Santa Maria
We vervolgen de reis en rijden richting Bolzano (Italië) naar het laatste dorp van het dal voor de grensovergang, Müstair in het Müstairtal. De kloosterkerk St. Johann nodigt ons uit voor een bezoek waar we een onvergetelijke reis maken door de 12e eeuw. De kloosterkerk dateert uit de 8e eeuw en is sinds 500 jaar ook de parochiekerk van Müstair. In de kloosterkerk bevinden zich romaanse wandschilderingen maar ook Karolingische fresco’s die eind 19e eeuw herontdekt zijn. De fresco’s zijn van 1947-1951 volledig zichtbaar gemaakt. De Karolingische periode duurde van 751 tot 987. De naam is afgeleid van Karel de Grote. Vandaar dat een stenen afbeelding van Karel de Grote ook naast het hoofdaltaar aan een van de pijlers hangt, Karel was ook de grondlegger van het klooster. Het hoofdaltaar was men tijdens ons bezoek aan het restaureren.  

  • 15GraubundenofenpasKlooster St.Johann Val Mustair
Het Benedictijnerklooster van St. Johann is te bereiken door de kloosterpoort links van de dorpskerk. Het klooster heeft 2 toegangspoorten en een mooie binnenplaats. De andere kant van het klooster grenst aan een boerenerf. Het is een levend cultuurgoed omdat het al vanaf de 12e eeuw onafgebroken door Benedictijnse nonnen wordt bewoond.

Maar Val Müstair heeft buiten Biosfera Val Müstair (een regionaal natuurpark van nationale betekenis dat samen met het Zwitsers nationaal park het eerste hoog Alpine UNESCO biosfeerreservaat van Zwitserland is) meer te bieden. Onze viervoeters mogen, ook aan de lijn, niet mee in het nationaalpark. Bovendien is overnachten (ook campers) in het park en op de parkeerplaatsen langs de Ofenpass ten strengste verboden. Voor gasten worden speciale themawandelingen en projecten door dit parkgebied aangeboden, onder begeleiding van een ervaren parkbeheerder. Of het nu gaat om een stadswandeling met gids, een historische militaire wandelroute, of een wandeling met een prachtige zonsopkomst op de 3000m hoge Rötelspitze, met de activPass (die u krijgt van de gastheer of gastvrouw waar u verblijft) zijn vele voordelen te behalen. De activePass is geldig in het vakantieregio Scuol, Val Müstair als ook in het Samnaun-dal. M.a.w. in het Müstair dal is er voor elk wat wils.

UMBRAILPASS (GIOGO DI SANTA MARIA) - (PASSO DELL'UMBRAIL - STA MARIA)

  • 01GraubundenumbrailpasUmbrailpass pashoogte
De 2501m hoge Umbrailpass, ook wel Wormserjoch genoemd (It.: Giogo di Santa Maria) verbindt Santa Maria Val Müstair in Zwitserland met het Italiaanse Braulio-dal (Val del Braulio) in Italië. Wordt de Nufenenpass als hoogste bergpas van Zwitserland beschouwd, de 2501m hoge Umbrailpass is de hoogste bergpas van Zwitserland, maar dat deze laatste niet geheel op eigen Zwitsers grondgebied ligt en de Nufenenpass daarentegen wel. Sinds kort (2015) is de rijbaan naar Italië volledig geasfalteerd. Elk jaar wordt de Umbrailpass, dat langs het Nationaal Park Selvio loopt, door hevige sneeuwval al vroeg afgesloten.  

  • 02GraubundenumbrailpasVal Muraunza Umbrailpass
Door het nagenoeg onbewoonde Muraunzadal leidt de bergpas ons door talloze haarspeldbochten, met een stijgingspercentage van 14%, naar pashoogte.  

 

 

 

  • 05GraubundenumbrailpasPasso dello Stelvio, Stelviopas
Na pashoogte maken we nog even een uitstapje naar de 250m hoger gelegen Stelviopass (Passo dello Stelvio) ook wel Cima Coppi genaamd. Cimma Coppi is een wielerterm die gebruikt wordt in de Giro (Italië). Het geeft het hoogste punt aan van de wielerkoers ook wel het “dak van de ronde” genoemd. Op diverse Cols staan monumenten ter nagedachtenis aan de welbefaamde Italiaans wielrenner Fausto Coppi, zo ook op deze pas. Vanaf de Tibethütte, op de 2760m hoge Stilfserjoch, heb je een prachtig uitzicht op de 3450m hoge skipiste Livrio en de 3900m hoge Ortler. Een zomerparadijs voor skiërs. De eigenaar van de Tibethütte werd door het boek “passie van Tibet” zo geïnspireerd dat hij op de Stelviopas een unieke Tibetaanse toren liet bouwen. Het panoramisch restaurant met een prachtig gelegen terras, heeft  zelfs privé garages ter beschikking voor de gasten. De Umbrailpass wordt op zijn Reto-Romaans Giogo di Santa Maria genoemd en op zijn Italiaans Passo dell’Umbrail-Sta Maria.

ALBULAPASS (PASS DA L'ALVRA) (PASSO DELL'ALBULA)

  • 01GraubundenalbulapasAlbulapass pashoogte
De 2312m hoge Albulapass (Reto-Romaans: Pass da l'Alvra, It.: Passo dell'Albula) in Graubünden verbindt Tiefencastel in het Albula dal met La Punt, (gelegen ten noorden van St. Moritz) in het Oberengadin (Reto-R.: Engiadin’Ota). Het Albula dal begint bij Thusis waar Hinterrhein (Reto-R.: Rein Posteriur) en de Albula rivier samenkomen. Langs de doorgaande weg van Thusis naar Tiefencastel hebben we twee bezienswaardigheden, ten eerst de Solisviadukt en ten tweede de Mistail kerk.  

  • 04GraubundenalbulapasKrokodil Solisviadukt
De Solisviadukt behoort ook tot het werelderfgoed van de RHB dat door de UNESCO op de werelderfgoedlijst is gezet. De spoorbrug met zijn 42m wijde hoofdboog heeft daarnaast nog tien kleinere bogen. Het Solisviadukt heeft hiermee de grootste bogen- spanwijdte van alle spoorbruggen in de Albula spoorlijn. De Solisviadukt door de Schinschlucht werd in 1869 gebouwd. Iets verder aan de doorgaande weg vlak voor Tiefencastel staat de Mistail son Peder.  


 

  • 05GraubundenalbulapasMistail Son Peder Tiefencastel
De kerk St. Peter Mistail werd rond het jaar 800 gebouwd in het dorp Alvaschein dat valt onder de gemeente Albula. De St. Peter is lopend vanaf de parkeerplaats aan de doorgaande weg te bereiken. De St. Peter is van de Karolingische periode en heeft drie half gebogen koepels (apsissen), met zgn. lei bedekte daken.   

  • 08GraubundenalbulapasMistail Son Peder
Achter de kerk staat het knekelhuis met beenderen en schedels van de overledene. Deze ruimte is voorzien van de tekst: wat wij zijn, dat worden jullie. Wat jullie zijn, dat waren wij. In de kerk werd onlangs het oogstfeest gevierd en de prachtige fresco’s aan de wand, (in de jaren 60 en 70 vorige eeuw ontdekt) doet een ieder versteld staan. De smalle Albulapass is evenals zovele passen in Zwitserland tijdens de wintermaanden gesloten. In de zomermaanden wordt de pas hoofzakelijk door toeristen gebruikt. De iets zuidelijker gelegen Julierpass daarentegen (die ook bij Tiefencastel begint) wordt de wintermaanden wel altijd open gehouden en komt iets ten zuiden van St. Moritz uit bij Silvaplana in het Oberengadin.   

  • 13GraubundenalbulapasPunt Ota keerlussen
Iets ten westen van het op 1032m hoog gelegen bergdorp Filisur komt de Albula rivier samen met het Landwasser, die van het hoger gelegen Davos komt. Samen gaan ze verder als Albula rivier en monden zoals gezegd uit in de Hinterrhein. Ook de smalspoorbanen van de Albula- en Rhätische Bahn komen hier samen. De Albulaspoorlijn Chur-Sankt Moritz is het spoorlijntraject voor treinliefhebbers, begin 1900 kwam daar het verlengde smalspoortraject Landquart-Davos bij. Deze laatste spoorlijn werd opgericht door de Nederlander Willem Jan Holsboer. Vooral het Landwasserviaduct is de pleisterplaats voor treinspotters in Filisur. In Filisur is er de interactieve Filitour, een dorps wandelroute langs 14 prachtige Engadiner huizen, de App Parc Ela is gratis te downloaden.

Water als waterweg en levenscyclus, (oftewel Wasserweg ansaina) is een wandelroute langs de Albula, Alvra, het Landwasser en de Schaftobelbach. Hier, langs beroemde waterbronnen vindt men rust en ontspanning, bovendien kan men er weetjes op het gebied van waterbronnen opdoen. Zwavel- en ijzerbronnen zijn er langs de cultuurwandelroute te vinden. Langs de gehele wandelroute staat op 11 informatieborden door dit cultuurlandschap beschreven welke elementen met water van doen hebben. De themawandeling heeft een gering hoogteverschil (slechts 63m) en duurt ca. 3uur. Verder informatie is te vinden onder de volgende link: www.parc-ela.ch.

  • 09GraubundenalbulapasFilisur
Vanaf Filisur gaan rijbaan en spoorbaan samen bergopwaarts richting pashoogte. De smalspoorbaan heeft bij Filisur al zijn eerste keerlus.

Bergün is het volgende bergdorp dat we binnenrijden, niet alleen bekend van zijn spoorwegmuseum, maar ook de Heidiweg  en het spectaculaire educatief wandelpad van de Albulaspoorlijn zijn bekende trekpleisters in het dorp. Bovendien staan er in de historische dorpskern schilderachtige en fotogenieke Engadiner huizen. Ook de eerste Heidifilm werd in deze omgeving opgenomen. Iets ten oosten van Bergün zijn alweer een aantal keerlussen in het spoortraject aangelegd over hoge viaducten en door tunnels, om de trein sneller hoogte te laten winnen. Een kleine 3km verder nogmaals vier keerlussen bij Punt Ota iets voor Prêda, waar we de trein uit het oog verliezen. Waar de rijbaan slingerend langs het Palpuegna meer (Lai da Palpuegna) richting pashoogte slingert, gaat het smalspoortraject in een rechte lijn ondergronds door de Albulatunnel om er na ca. 6km in het Bever dal (Val Bever) weer uit te komen.  

  • 17GraubundenalbulapasAlbulapas pashoogte
Na een aantal gehuchten bereiken we op 2312m pashoogte, met het Berggasthaus Albula Hospiz. Heel bijzonder is het uitzicht niet op de Albulapass, de hoogspanningsleidingen zijn een storende factor in het berglandschap. Ter hoogte van pashoogte is de weg behoorlijk smal, voor en na pashoogte zijn er wel twee gemarkeerde rijstroken. Vervolgens gaat het langs de Albulasee (die volledig droog stond in september) bergafwaarts over de woeste en kale hoogvlakte van het Alvra dal. Nog enkele haarspeldbochten en we bereiken het op 1700m hoogte gelegen La Punt in het Oberengadin (Engiadin’ Ota). Rechtsaf gaat het naar Sankt Moritz, linksaf rijden we richting Zuoz.  

  • 19GraubundenalbulapasZuoz
Hier vindt u de mooiste Engadiner huizenstijl. Een schilderachtig dorpsplein met waterbron, huizen met loggia’s, erkertjes en torentjes sieren de woningen. De kapel San Bastiaun, een romaans bouwwerk dateert vermoedelijk uit 1250. Een eerste oorkonde dateert uit 1472 en de fresco’s in de kapel zijn van 1470-1490 aangebracht. De San Bastiaun kapel is het enige gebouw in Zuoz dat tijdens de Schwabische oorlog (1499) niet in vlammen opging. Iets verderop in het dorp staat de kerk die opgedragen  is aan heilige Katherina en Barbera. De Plantahäuser in het centrum van Zuoz vormen een gesloten bouwblok, waarvan de omtrek uit de middeleeuwen stamt. Hotel Crusch Alva in Zuoz heeft een prachtig beschilderde voorgevel en dateert uit 1499. Verder naar het noorden bereiken we via Zernez en Susch het Unterengadin (Reto-R. Engiadina Bassa).

FILISUR

  • 00GraubundenfilisurLandwasserviaduct Filisur
Spoorwegliefhebbers komen in deze omgeving ruimschoots aan hun trekken de Abulaspoorlijn en de spoorlijn naar Davos, zijn de highlights. Het Landwasserviaduct is een bekende pleisterplaats voor treinspotters. De “Landwasser Express”, een treintje dat door het dorp en omgeving rijdt, brengt u ook tot aan de voet van het Landwasserviaduct. Filisur is een ideaal startpunt voor een treinreis over de spoorlijnen van de Rhätischen Bahn die zijn opgenomen in de UNESCO-werelderfgoedlijst. 

De Rhätische Bahn gaat het Guinness Book of Records in met het wereldrecord voor de langste passagierstrein ter wereld, het record werd op 29-10-2022 gevestigd. Maar liefst zeven machinisten moesten het 1,9 kilometer lange geheel in goede banen houden en er waren maar liefst 21 machinisten aan boord. De volledige treinlengte werd opgesteld in de Albulatunnel vanwaar het van Preda via Bergun naar Filisur ging, na het passeren van het Landwasserviaduct was het record van 25 treinsamenstellingen met 110 wagons een feit.

  • 01GraubundenfilisurFilisur
In januari 2018 is Filisur samengegaan met het iets zuidelijk gelegen Bergün op de Albulapass in de fusiegemeente Bergün/Filisur. Lange wandeltochten of een klein ommetje, Filisur is een paradijs voor wandelliefhebbers. De Ela hut (Chamona d’Ela) is vanaf Filisur door de Spadlatscha vallei (ten zuiden van Filisur) in ca. 4 uur te bereiken. (deze staat beschreven onder berghutten). Val da Stugl ten oosten van Filisur is een lust om te wandelen. 

  • 03GraubundenfilisurFilisur Filitour Haus J.P. Schmidt
Bovendien staan er in de historische dorpskern van Filisur schilderachtige en fotogenieke Engadiner huizen. De FiliTour werkt als volgt: laad de App van Parc Ela, die gratis te verkrijgen is op uw Android telefoon of I-Phone. De Smartphone-App kan men laden bij het treinstation, het gemeentehuis of hotel Schöntal. Tijdens de interactieve dorpswandeling staan er bij de desbetreffende woningen informatieborden, die u daar van audio informatie voorzien. De volledige FiliTour (14 huizen) dorpswandeling staat vermeld onder het fotoboek op deze site.

Filisur wordt voor het eerst vermeld in 1262 toen men nog Reto-Romaans sprak in deze regio, maar sinds 1914 is Duits de officiële voertaal geworden. De kerk van Filisur staat wonder boven wonder niet in de FiliTour vermeld, de prachtige fresco’s in het koor willen we u niet onthouden. Het zijn Italiaanse muurschilderingen uit de decennia van voor de Reformatie. De kerk is gewijd aan de heilige St. Maarten. De kerk is middeleeuws, het koor werd in 1489 herbouwd en de toren verhoogd. De kerk werd in 1746 gerenoveerd en voor het laatst in 1956 gerestaureerd.

LATSCH (VAL DA STUGL)

  • 01GraubundenlatschLatsch
Voor de dorpskern van Bergün slaan we linksaf en rijden richting Latsch/Stugl, we passeren de grote gratis parkeerplaats van Bergün en rijden onder de bekende spoorlijn door richting Latsch. Latsch is de eerste nederzetting richting het Stugldal. Door Latsch rijden we naar het eind van het dorp waar we de parkeerplaats God vinden, vervolgens wandelen we door de smalle steegjes.

  • 03GraubundenlatschLatsch
Op het dorpsplein staat een grote waterbron. De dorpskern is goed bewaard gebleven en het dorp heeft oog voor nostalgie. Ondanks dat het stil is in het dorp straalt het toch warmte uit. Een plaatselijke kunstenaar heeft zijn atelier geopend. Wij vervolgen even later de route naar Stugl/Stuls.

STUGL/STULS (VAL DA STUGL)

  • 01GraubundenstuglStugl-Stuls
Het kleine dorpje Stugl ligt 1551m boven de zeespiegel op een smal plateau, hoog boven de Albula vallei tussen de plaatsen Filisur en Bergün. Het is de toegangspoort naar Val da Stugl (het Stulserthal).

  • 02GraubundenstuglStugl
Ook deze huizen zijn deels versierd en hebben originele Sgraffito decoraties. Dit is een decoratietechniek die vooral in Italië en Bohemen werd gebruikt door stukadoors. In de 16e eeuw kwam deze techniek ook naar Duitsland, Oostenrijk en het Zwitserse Graubünden en met name het Engadin. Via Runsolas, de laatste nederzetting van het dal, bereiken we de ingang van deze ca. 10km lange onbewoonde vallei. Langs de Ava da Stugl wandelen we stroomopwaarts richting de Ducan Gletscher achter in het dal. Op een derde van het lang gerekte dal bereiken we Alp da Stugl (2040m). Via de Ducanfurggapass (2664m) onder de 2813m hoge Gipshorn bereikt men het Ducantal waarna men via het Sertigdal Davos-Clavadel bereikt.

 

  • 03GraubundenstuglStugl
De romaanse kerk van Stugl is geweid aan St. John en werd voor het eerst genoemd in 1523. In de kerk zijn goed bewaard gebleven fresco’s, de begraafplaats en de kerk zijn volledig ommuurd. Opvallend zijn de uitklapbankjes in het gangpad aan de vaste kerkbanken. Ondanks de oude fresco’s heeft het kerkje geen hoofdaltaar. Het houten stationsgebouw Stuls/Stugl van de Albula Railway uit 1903 is nog in originele staat en staat vanaf het dorp 35 minuten aangegeven. Deze wandeling bewaren we voor een volgende keer aangezien we hier zeker nog een keer terugkomen. Terug gaan we naar Bergün en parkeren de auto op de parkeerplaats aan de Ava da Tuors rivier.

BERGÜN

  • 02GraubundenbergunBergun
Ook het dorp Bergün (Reto Rom. Bravuogn) ligt in de Albulavallei en is het grootste dorp voor pashoogte, vanuit het noorden gezien. De verbindingsroute over de Albulapass naar het Engadin doorkruist het dorp, smal en slingerend richting pashoogte. De Albula-spoorlijn daarentegen gaat over vele galerijen, torenhoge viaducten en door een zevental keerlussen, alvorens het de Albulatunnel in verdwijnt bij Preda. Ook de dorpskern van Bergün gelegen op 1364m heeft net als Filisur en Stugl schilderachtige Engadiner huizen, rijk versierd met Sgraffiti decoraties, gevelschilderijen, raamroosters en erkers. De klokkentoren met zijn barokke kap uit het begin van de 17e eeuw prijkt boven de Engadiner huizen uit op de driesprong in het dorp. “La Tuor” wordt de middeleeuwse woontoren uit de 13e eeuw genoemd die later is omgebouwd in een klokkentoren. De klokkentoren is slechts 2 dagen per week te bezichtigen. Voordat Bergün fuseerde met Filisur was het verdeeld over de vier woonkernen Bergün, Stuls, Latsch en Preda. Interessante wandelpaden zoals het educatieve wandelpad van de Albula-spoorlijn of het geliefde Heidi pad, Bergün heeft het. 

  • 07GraubundenbergunBergun Bahnmuseum Albula
Ook het Bahnmuseum Albula heeft zich gevestigd naast de bestaande spoorlijn van de Albula in Bergün. Jaren geleden werd Bergün wereldnieuws door een film- en fotoverbod in te stellen voor het dorp. Van heinde en ver kwamen verslaggevers om het nieuws vast te leggen, het verbod werd later ingetrokken, maar een ieder wist vanaf toen Bergün te liggen. In het naburig dorp Latsch werd de eerst Heidi film opgenomen. Verder de Albulapass oprijdend maken we bij een aantal keerlussen nog enkel foto’s en stoppen daarna nog even bij station Preda, alvorens wij naar pashoogte rijden en de trein in de Albulatunnel verdwijnt, richting Bever in Engadin’Ota.

DAVOS KLOSTERS

  • 01GraubundendavosSalginatobelbrucke
Via Landquart rijden we stroomopwaarts langs de gelijknamige rivier door het Prättigau-dal richting Davos Klosters. De Landquart rivier is vooral door zijn woeste stroming geliefd bij rafters. Langs het oude bergdorp Grüsch, met zijn statige herenhuizen vervolgen we de route en bereiken Schiers. De laatgotische kerk St. Johann werd in 1522 gebouwd. Het wereldmonument de Salginatobelbrücke dat al langs de doorgaande weg bij Schiers staat aangegeven trekt onze aandacht. De Salginatobel-brug vormt de verbinding van Schiers naar Schuders. Negentig meter boven de Salginabach overspant hij de Salga-kloof. De Salginatobel-brug is het meesterwerk van de betonpionier Robert Maillart (1872-1940). De Salginatobel-brug is het enige wereldmonument van Zwitserland, het is in technisch opzicht een van de belangrijkste boogbruggen in gewapend beton ter wereld. Elke dag komen vele toeristen het wereldmonument bezoeken, of wandelen de historische rondweg rondom de brug. In 1991 werd deze brug door een groot Amerikaans ingenieursvereniging tot wereldmonument verklaard en behoort het net als Eifeltoren, Vrijheidsbeeld en nog 45 andere bouwwerken tot een van de belangrijkste technische creaties.   

  • 03GraubundendavosDavos
Klosters is bekend om zijn autotrein door de Vereinatunnel, bovendien is het al decennia lang de wintersportplaats voor de Britse koninklijke familie. In zuidelijke richting vervolgen we dan de route en bereiken we via de Wolfgangpass als eerste de Davosersee, gevolgd door Davos-Dorf en –Platz. Davos zal voor menigeen bekend zijn, niet alleen vanwege zijn herstellingsoord voor tuberculose- en astmapatiënten, maar ook vanwege zijn wintersportoorden en skigebieden. De astmapatiënten werden begin vorige eeuw ondergebracht in het Nederlandsch Sanatorium. Davos ligt op een hoogte van 1560m en is hiermee de hoogst gelegen stad van Europa. De bekende openlucht schaatsbaan in Davos was voor de komst van de overdekte schaatsbanen een van de snelste schaatsbanen ter wereld. Vele kampioenschappen werden er georganiseerd, vele wereldrecords gebroken, waaronder die van Ard Schenk die de eerste schaatser was die op de 1500m onder de twee minuten dook. Vanaf 2014 worden er op de legendarische ijsbaan geen wedstrijden meer gereden. Met een hoogte van 3146m is de Flüela Schwarzhorn de hoogste berg van Davos.  

  • 04GraubundendavosLandwasserviadukt Filisur
Ook de Rhätische Bahn rijdt door Davos, (waaronder de Glacier Express van Zermatt naar St. Moritz) dit mede dankzij de Nederlander Willem-Jan Holsboer, die begin 1900 het smalspoortraject Landquart-Davos bedacht. Holsboer nam het initiatief om de bereikbaarheid van de hotels en kuuroorden in Davos te vergroten. Holsboer die zelf enkele hotels in Davos bezat realiseerde zich dat het dorp moeilijk bereikbaar was. In 1889 was het eerste traject van Landquart naar Klosters gereed een jaar later kon men Davos met de trein bereiken. Door Davos gaat het met de trein dan verder naar Filisur (bekend om zijn Landwasserviaduct) In Filisur komen de Albulaspoorlijn (Chur-Sankt Moritz) en het spoortraject uit Davos samen op het treinstation Filisur.  

  • 05GraubundendavosKrokodil type Ge 66 I
Sinds mei 2018 rijdt de Rhätische Bahn twee keer per dag met een historische treinstel (inclusief een open wagen). Dit treinstel wordt getrokken door niet minder dan de klassieke Krokodil uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Het type Ge 6/6 I (voor de kenners onder ons) werd vanaf 1921 gebouwd waarvan er nog maar een paar in omloop zijn.

FLÜELAPASS

  • 01GraubundenfluelapasFluelapass pashoogte
De 2383m hoge Flüelapass in Graubünden verbindt Davos met Susch in het Unterengadin-dal. Vrij gemakkelijk rijden we vanuit Davos door het smalle Flüeladal richting pashoogte. Deze zijde van de Flüelepass is ook het stroomgebied van de Flüelabach. Na Dörfji, het eerste dorpje op de Flüelapass, wordt de rijbaan zichtbaar breder. In Dörfji bevindt zich het dalstation van de kabelbaan naar het hoger gelegen Pischa op de Flüelaberg, aan de voet van de Pischahorn. In de zomer uitnodigend voor een hoogtewandeling en in de winter is het een skigebied. Dan bereiken we het rustieke Gasthaus zum Tschuggen in het Flüeladorp Tschuggen. 

  • 04GraubundenfluelapasFluela Hospiz
We rijden verder langs nog een paar gehuchten, nemen nog een paar haarspeldbochten en bereiken dan pashoogte. Op pashoogte het Passhotel Flüela-Hospiz met Lai da la Scotta aan de ene zijde van de rijbaan en het Nairmeer (Lai Nair) aan de andere zijde. Ook op pashoogte te zien bij helder weer zijn de Flüela-Wisshorn en Schwarzhorn. Na pashoogte begint de afdaling door het stroomgebied van de Susasca rivier in het gelijknamige bergdal Susasca. De Susasca ontspringt bij de Schwarzsee op pashoogte. De Susasca wordt gevoed door vele zijrivieren waaronder de waterrijke Grialetsch, komend van de gelijknamige Grialetsch-gletsjer. Tezamen met zijn vele zijrivieren meandert de Susasca richting Susch om uiteindelijk bij Susch uit te monden in de Inn, in het Unteregadin. 

FUORCLA RADÖNT - FLÜELAPASS

  • 01GraubundenfuorclaFluelapass Abzw. Schwarzhorn
De Fuorcla Radönt op de Flüelapass is een wandelpas die het keteldal Radönt (met Piz Radönt achter in het dal) verbindt met het andere keteldal, het Grialetschdal (met Piz Grialetsch en Piz Vadret aan het eind van dit dal). De 2788m hoge Fuorcla Radönt geeft ook toegang naar de Chamanna da Grialetsch (2542m). De berghut heeft iets verder de pas afdalend bij Chant Sura een betere wandelroute door het Grialetschdal. Wij gaan voor een geweldig uitzicht vandaag het is koud zo begin oktober, daarentegen wel mooi helder weer om foto’s te maken. Abzweigung Schwarzhorn is het beginpunt van onze wandeling op de Flüelapass, waar we de aanwijzing Schwarzhorn aanhouden.  

  • 02GraubundenfuorclaVal Susasca
Het eerste gedeelte gaat vrij steil bergopwaarts waarbij we in korte tijd behoorlijk hoogte winnen. De auto’s op de Flüelapas worden steeds “kleiner” en de berger rondom steeds “hoger”. Het eerst gedeelte van de wandelroute is goed begaanbaar, op een paar kleine hindernissen na.

 

 

 

  • 05GraubundenfuorclaPiz Radont, Raduner Rothorn
Bij de driesprong richting Schwarzhorn wandelen we rechtdoor richting Fuorcla Radönt, we passeren een bergbeek en wandelen het keteldal binnen met een prachtig zicht op de Schwarzhorn, Piz Radönt en Radüner Rothorn. Maar helaas het wandelpad maakt plaats voor stenen, grote stenen om wel te verstaan.  

  • 09GraubundenfuorclaSchwarzhorn
De wandeling wordt een klauterpartij over de rotsblokken met hier en daar een likje verf dat enigszins de wandelroute moet aangeven, m.a.w. een moeizame wandelroute dat meer op een Alpine wandeling begint te lijken. Dan bereiken we de Fuorcla Radönt pas, met een geweldig uitzicht op de Grialetschgletsjer. Het is koud en er waait een stevige bries, over de pas geraken we uit de wind en nuttigen we onze meegebrachte lunch. De Chamanna da Grialetsch staat nog een uur aangegeven vanaf Fuorcla Radönt. Ook dit laatste gedeelte naar de hut gaat over hele grote rotsblokken van een wandelpad is beslist geen sprake meer.  


  • 12GraubundenfuorclaPiz Grialetsch, Grialetchgletsjer, Piz Vadret, Piz Sarsura
Langs het bergmeertje wandelen we naar beneden, geen aangegeven wandelroute maar toch enigszins een “wandelpad” enkel aangegeven op een goede wandelkaart. We bereiken P2644 op de doorgaande wandelroute van de Flüelepass naar de Chamanna da Grialetsch. Door het Grialetschdal wandelen we aan de andere zijde van Radönt over de kale hoogvlakte richting Flüelapass, voor ons prijkt de 3410m hoge Piz Linard en de Flüela Wisshorn. Dan treffen we schapen op de wandelroute waar nergens een omheining te zien is, deze schapen lopen los op de Flüelapass. Twee schapen bij het bergmeertje staan in hun warme vacht ons aan te staren, wij nog niet wetende dat het om de bocht ijskoud wordt. De windjacks en warme kleding moeten aan, bovendien gaat de wintermuts op.  

  • 18GraubundenfuorclaIJsnaalden
Over ijsnaalden dalen we richting Flüelapass waar we om de bocht, bij Stavel da Radönt de wind vol in het gezicht krijgen. Bij Munt da Marti een onderkomen, waarschijnlijk voor een schaapsherder in elk geval een privaat stukje grond. Over de Flüelapass kijkend zitten we nog behoorlijk hoog en zullen er nog heel veel hoogtemeters moeten worden gedaald. Dan bereiken we de Flüelapass (Chant Sura) niet de parkeerplaats waar we de auto hebben staan maar bij P2262. Het is al in de namiddag veel verkeer is er niet meer op deze kale koude hoogvlakte. Langs de rijbaan wandelen we dan richting pashoogte naar de volgende parkeerplaats waar de auto staat en we kunnen terug kijken op een mooie maar koude wandeldag.   

ENGADIN

  • 02GraubundenengadinScuol
Het Engadin is verdeeld in twee dalen het Oberengadin (Reto-Romaans: Engiadin’Ota) en het Unterengadin (Reto-Romaans: Engiadina Bassa). Engadin betekend: Tuin van de Inn (Reto-Romaans En). De rivier de Inn stroomt zowel door het Ober- als ook door het Unterengadin. De Inn is een zijrivier van de Donau die uiteindelijk uitmondt in de Zwarte Zee. Aan de voet van de 2779m hoge Piz Lunghin op de Malojapass ontspringt de Inn in het gelijknamig meer op een hoogte van 2485m. Na de bergmeren op de Malojapass stroomt de Inn (dan nog Sela genoemd) door het brede en dichtbevolkte Oberengadin (met zijn mondaine toeristenplaatsen St. Moritz en Pontresina). Vele zijrivieren voeden de Inn, waaronder de Berninabach uit het Berninamassief die bij de uitmonding in de Inn Flaz heet en aanzienlijk meer water aanvoert dan de Inn. Bij Zernez buigt de rivier af richting Susch naar het dunnerbevolkte en kloofachtige Unterengadin. Het smalle dal met o.a. de dorpen Guarda, Ardez, Tarasp en Scuol heeft zijn culturele waarden behouden. Evenals in Zernez staan hier nog prachtige Engadiner huizen met mooi fresco’s aan de muren.  

  • 05GraubundenengadinPradella Sesvennagruppe
De grootste en belangrijkste toeristenplaats is Scuol in het Unterengadin. Het kuuroord met zijn bronnenbaden heeft in het Oberdorf een recreatiebad. In het Unterdorf met zijn wirwar van straten en pleinen, staan de mooiste Engadiner huizen. Op een van de dorpspleinen staat een waterbron met aan de rechterzijde het gewone bronwater en aan de linkerzijde het Mineral-Tafelwasser uit de Sotsass-Quelle, een licht koolzuurhoudend water. Scuol beschikt maar liefst over 20 minerale bronnen. Het bronwater met bubbels is kosteloos te tappen en menigeen vult hier zijn flessen. Wij rijden met de stroom van de Inn mee en hebben langs de route een geweldig uitzicht op de rivier, de omliggende dorpen en de Sesvennagruppe op de achtergrond. Samen met de herfstkleuren is het plaatje compleet. Enige tijd vormt de Inn de landsgrens tussen Zwitserland en Oostenrijk, waar het uiteindelijk door het Oostenrijkse Tirol verder zijn weg vindt. Het uitzicht vanaf de Samnaunerstraat richting het Oostenrijks Inntal is adembenemend. 

GUARDA

  • 01GraubundenguardaGuarda
Hoog boven de Inn, ver weg van de spoorlijn en valleiweg, ligt Guarda een goed bewaard gebleven dorpsgezicht, waarvan veel Engadiner huisgevels met Sgraffito versieringen zijn bedekt. Dit is een decoratietechniek die vooral in Italië en Bohemen werd gebruikt door stukadoors. In de 16e eeuw kwam deze techniek ook naar Duitsland, Oostenrijk en het Zwitserse Graubünden en met name het Engadin. (Ter verduidelijking het is geen graffiti).

  • 04GraubundenguardaGuarda
Guarda ligt op een 1653m hoog zonneterras en is tot aan het dorp toegankelijk met de auto. Voor het dorp bevindt zich een grote parkeerplaats dat ca. 10 min wandelen van de dorpskern ligt. Met een GPS-App kan men op een interactieve manier een rondleiding maken door het dorp. Meer over Guarda is te lezen op hun eigen website: https://www.guardalodge.ch. Als we het Engadin verder uitrijden richting Oostenrijk komen we de nederzetting Ardez tegen.

ARDEZ

  • 02GraubundenardezKerk Ardez
Ook in Ardez staan Engadiner huizen rijkelijk versierd met sgraffito, de kerk dateert uit de overgangsperiode van laat gotiek naar Renaissance. De stenen kansel staat tegen de zuidgevel en rust op een stenen poot. De kerk heeft onder het schip nog een aantal kerkbanken op het balkon.

  • 06GraubundenardezArdez kasteel Steinsberg
Op de top van een heuvel, te midden van hoge bergen, staat de toren van het vroegere kasteel Steinsberg uit de 12de eeuw. Het kasteel werd in 1499 door de Oostenrijkers verwoest. Van grote afstand springt de kasteelruïne Steinberg in het oog. Door het dorp kan men een audio wandelroute lopen, Tuor Ardez een voormalige woontoren uit de 13e eeuw kan men huren voor feestjes en partijen. Ardezs ligt op een hoogte van 1460m.

TARASP

  • 02GraubundentaraspTarasp
In een zij-dal aan de “andere” kant van de vallei ligt Tarasp aan de voet van de Piz Pisoc. Het middeleeuws kasteel Tarasp ligt op een bergtop van 1500m en is de blikvanger van het dorp. Althans een deel van het kasteel is middeleeuws, een ander deel dateert uit de 17de eeuw en later. Het kasteel vormde tot 1803 een Oostenrijkse enclave en herbergt thans een museum. Het kasteel werd in 1040 door de Heren van Tarasp gebouwd. In 1239 behoorde het tot de Graven van Tirol. In 1803 werd Tarasp, als een van de laatste enclaves van Zwitserland door Napoleon aan het Zwitserse Helvetia toebedeeld. Het is ’s maandags gesloten zoals wij gemerkt hebben. 

SCUOL

  • 01GraubundenscuolUnter Engadin
Ook het zonovergoten Scuol dat ligt ingebed tussen de Engadiner drieduizenders en het Silvrettamassief is net als voorgaande dorpen in het Engadin een van de droogste delen van Zwitserland. Het Unterengadin staat bekend on zijn zachte klimaat en telt een groot aantal zonuren. Scuol is sinds 2015 gefuseerd met Ardez, Ftan, Guarda en Tarasp. Reto-Romaans is de hoofdtaal in het Unterengadin ruim 60% van de mensen gebruiken het als moedertaal. Ook dit dorp heeft zijn culturele waarden behouden de Engadiner huizen met kunstrijke Sgrafitto afbeeldingen kenmerken de oude dorpskern. In de zomermaanden en herfst is het vanwege het klimaat een geliefd wandelgebied. In de wintermaanden is het een geliefd ski gebied. In de omgeving van Scuol ontspringen meer dan twintig minerale waterbronnen. Wij houden de doorgaande weg in Zwitserland aan en rijden naar het belastingvrije Samnaun.

SAMNAUN

  • 01GraubundensamnaunSamnaun-Dorf
Samnaun (Reto-Romaans: Samingnun) is sinds begin vorige eeuw ook vanuit Zwitserland te bereiken. Voordien was het enkel vanuit Oostenrijk te bereiken. Samnaun is in de wintermaanden, samen met het Ischgl in het Oostenrijks Paznauntal, een geliefd skigebied. In de zomermaanden zijn het vooral de toeristen die het dorp evenals het Italiaanse Livigno, “overvallen” en vele belastingvrije artikelen kopen, waaronder sigaretten, benzine en luxe goederen. Wie goed om zich heen kijkt ziet de familienaam Hangl regelmatig voorbijkomen in het dorp. Deze familie is van alle markten thuis het bezit hotels, sportzaken, winkels met  gedistilleerd, horloges en noem maar op.  

  • 04GraubundensamnaunMariahilf kapelle
In het dorp vind je de Mariahilf kapel, die in het jaar 1709 werd gebouwd. Bovendien is Samnaun ook een prachtig wandelgebied rondom de 3254m hoge Stammerspitz, de Muttler (3293m) en de Piz Mundin (3146m). Val Maisas en Val Samuoir zijn geliefde wandeldalen. De gemeente Samnaun bestaat uit vijf dorpen te weten: Compatsch het hoofddorp vooraan in het dal, waar ook de scholen, kerken en het gemeentehuis zich bevinden, vervolgens Laret, Plan, Ravaisch en Samnaun-Dorf. Samnaun-Dorf achter in het 6km lange dal ligt op een hoogte van 1844m en is het handelscentrum van de Samnauner-vallei. In de 11e eeuw werd Samnaun voor het eerst in de boeken vermeld door de Herren von Tarasp, die het klooster Marienberg in Vintschgau (Zuidtirol) een aantal goederen en Alpen schonken. Deze schenkingen zijn terug te vinden in twee pauselijke documenten van Honorius III uit het jaar 1220 en van Innozenz IV uit 1249.  

  • 03GraubundensamnaunSamnaun-Dorf
De eerste kolonisten zijn voor de 11e eeuw naar Samnaun gekomen. In de 11e eeuw, de bloeitijd van de dichtbevolkte nederzetting in het Unterengadin, werden de boeren gedwongen om meer weide- en bouwgrond te zoeken voor de teelt van granen. Om deze reden kregen ze gronden in het Samnauntal. Het Zwitserse Douanesysteem uit 1848 bracht een einde aan de handelsbetrekkingen met het aangrenzende Oostenrijks Tirol. De inwoners verloren een belangrijke bron van inkomsten en het dorp leek verloren te gaan. Een verzoek uit 1892 bij de Zwitserse autoriteiten om Samnaun uit te sluiten van het Zwitserse douanegebied, werd door de Bondraad ingewilligd en zo werd Samnaun belastingvrij. 

Een brochure van het Samnauntal geeft u informatie over wat er zoal van het voorjaar tot de herfst te doen valt, zowel op sportief gebied als ook op cultureel gebied. Het openbaar vervoer de zgn. Samnaun-bus als ook de PTT Postbus zijn op elkaar afgestemd, zodat men geen lange wachttijden heeft. Er kan zowel in Euro’s als in Zwitserse Franken betaald worden in Samnaun. Bovendien profiteren gasten van het Samnauntal van vele kosteloze extra’s. De bergbanen zijn gratis in het Samnaun-dal, inclusief de verbinding (en het vervoer van mountainbikes) naar het Oostenrijkse Ischgl in het Paznauntal. De Samnaun-bus is gratis en er kan gratis gezwommen worden in het Alpenquell avonturen zwembad. Verder kan men o.a. het Talmuseum (dat een indruk geeft van Samnauns verleden) en het Altfinstermünz, (een oud douanekantoor dat vroeger dienst heeft gedaan als gasthuis, gevangenis en bierbrouwerij) met de gastenkaart gratis bezichtigen. Bovendien profiteren de gasten van vele prijsvoordelen in het Unterengadin en Val Müstair. Meer informatie kan men vinden onder de volgende link: www.Samnaun.ch/gaestekarte.

MAIENFELD - HEIDIDORF

  • 01GraubundenheididorpHeididorp Maienfeld
Bijna iedereen kent Heidi, de beroemdste Bündnerin van Zwitserland. Het wereldberoemde boek “Heidi” is het verhaal van schrijfster Johanna Spyri’s. Zij deed in Maienfeld, in het Bündnerland, inspiratie op voor het boek over het weesmeisje Heidi. In het dorp Maienfeld gaat het door smalle steegjes, langs fruitgaarden en wijnranken richting de Oschenberg in het Bündner Herrschaft, waar het Heididorp is nagebouwd. Voor de grote parkeerplaats, met op de heuvel het Heidihotel, staat het beeld van Heidi en geitenherder Peter. Een bus vol met Japanners is binnen een minuut leeggestroomd, allen snellen naar het monument en maken de gekste capriolen om met Heidi en Peter op de foto te gaan. Wij wandelen langs de fruitgaard naar het Heididorp, een wandeling bergopwaarts van ca. 5 minuten.  

  • 04GraubundenheididorpHeidihuis Maienfeld
Op de Heidi Alp een kiosk met Heidi Souvenirs en het kleinste postkantoor van Zwitserland. Entree moet er betaald worden (2018 14 CHF) voor het Heidihuis, de stal met dieren en de Alphut. Op de binnenplaats en alm lopen dieren, een prachtige weide met de bergen op de achtergrond, maakt het idyllische plaatje compleet. Geen wonder dat schrijfster Johanna zich hier liet inspireren. Het wandel- en tevens belevingspad rondom het dorp duurt bijna 2 uur. Maienfeld ligt in Graubünden, niet ver van de grens met Liechtenstein en Oostenrijk en maakt deel uit van de gemeente Landquart. Door het dorp Maienfeld loopt gedeeltelijk nog een stadsmuur met stadspoort uit de 12e eeuw. Achter de stadsmuur in een woning, “Der Klostertorkel”, een wijnpers die volgens een document uit 1494 van het klooster uit Churwalden komt. Het gemeentehuis heeft mooie muurschilderingen, bovendien heeft het dorp een dorpsplein met fontein. Vervolgens gaan we richting het kanton Sankt Gallen dt beschreven staat onder Oost-Zwitserland.